donderdag 26 november 2009

Home sweet home

Ik ben er weer. De reis terug is soepel verlopen. Sophie was helemaal door het dolle toen ze me weer zag en rook, ik ook trouwens. Veel geknuffeld en gekust en tot vanmorgen leken we wel een Siamese tweeling. Na een hazenslaapje van iets meer dan 10 uur, kon ik vanmorgen lekker beginnen met het herorganiseren en herbeleven en nagenieten.
Bedankt allemaal dat jullie met me mee zijn geweest, jullie waren een bijzondere en welkome aanvulling op mijn avontuur. Ik vond het heerlijk om voor jullie te schrijven, hoewel mijn blog in eerste instantie bedoeld is om mijn herinneringen levend te houden voor later, als ik nog ouder en nog grijzer ben.
Het "normale" leven gaat volgende week weer beginnen, en ook daar kijk ik weer naar uit.
Waar mijn volgende grote reis over 2 jaar naartoe gaat is nog niet zeker, maar mijn gedachten gaan toch sterk richting Australië. Tot die tijd vermaak ik mij komend jaar in Europa. Op mijn verlanglijstje staan o.a.: De binnenlanden van Spanje, Praag, Istanbul en iets verder weg ook nog Jordanië en Libië. Ach, een mens moet wat te wensen en te dromen houden niet?
Tot een volgend avontuur.
Ave.

dinsdag 24 november 2009

China Town

Ik ben vanmorgen even in China Town geweest. WOW! Toen ik eenmaal in de nauwe straatjes liep moest ik even stoppen en stilstaan, want ik werd overspoeld door alle kleuren en geuren. In goed engels heet dat een sensory overload. Teveel van alles ineens. Het waren van die super smalle steegjes waar als je de armen uitsteekt je aan beide kanten de produkten kunt aanraken. Daar ging dus de hele meute doorheen. Shoppers zoals ik, maar op dit vroege tijdstip werden vele winkels ook nog eens bevoorraad. Dat betekende dat we de steegjes moesten delen met een hele batterij Vespa's. Die gingen er met een behoorlijke haast bepakt en bezakt doorheen. Dus dan komt alle drukte al als een baksteen op je af, tel dan daarbij nog de uitlaatgassen van al die Vespa's en af en toe een pick-up bij op en dan was China Town na ongeveer een uur meer dan genoeg voor poor me. Zou ik dan gewoon oud worden?
Hoe ik China Town het beste kan omschrijven is alsvolgt. Herinner je alle produkten die je ooit hebt gezien met op de achter- of onderkant "made in China" erop. Ja? Zet nu al die produkten x 10.000 in een wijk zo groot als de binnenstad van Enschede en dan heb je een idee. Werkelijk waar, alle prullaria waar wij nog veel teveel voor betalen waren in die smalle steegjes te vinden. Van die kinderspeeltjes die bij ons al lang uit de handel zijn genomen omdat ze potentieel dodelijk kunnen zijn voor (kleine) kinderen, sieraden van geen enkele waarde en dingen waar wij zelfs nooit aan zouden hebben gedacht waren er in grootverpakkingen te vinden. Je moet het een keer gezien hebben en dat heb ik nu. China Town in Bangkok.

maandag 23 november 2009

"Dames"

Ik wilde nog even kwijt dat de vriendelijke dames van de bediening bij de Pizza Hut, bij nader onderzoek (niet lichamelijk) vriendelijke heren bleken te zijn. De pizza smaakte me er even lekker om hoor, maar het was wel vreemd. Ze liepen met een zeer vrouwelijk loopje, ze waren mooi opgemaakt en ze hadden zelfs een knipje met een bloemetje in het opgestoken haar. Wat hen verried was het net doorkomende snorretje en de stem die wat lager was dat je zou verwachten bij een jonge meid.
Ik snap niet wat dat is hier in Thailand en in mindere mate ook in Cambodja en Laos. Je struikelt hier over de jongens/mannen die gekleed gaan als meisje/vrouw. Voegen onze jongens zich dan zo gewillig naar het beeld dat wij van jongens en mannen hebben, of is hier in zuid-oost Azië iets anders aan de hand. Ik bedoel, er is hier zeker een "markt" voor zulke jongens, maar ik heb het idee dat het meer is. Dit is niet een modetrend, of een seksuele uitwas, deze jongens voelen zich (graag) vrouw. Anyway... Lieve jongens hoor en gelukkig worden ze volledig geaccepteerd door de samenleving hier. Werkelijk niemand kijkt er vreemd van op of weigert door hen bediend te worden. Ik vind het allemaal prima.

Ze mogen me zelfs masseren, maar die ervaring heb ik nog niet gehad. Wel de zoveelste (brute) massage van een Thaise dame. Ze vroeg me notabene "please relax" ,terwijl ze me aan mijn armen naar achter over haar knieën trok. Dat relaxen wilde op dat moment niet zo vlotten. Toch doet het me wel goed. Dus blijven we maar terug gaan.

Missie geslaagd

Ik ben vandaag de hele dag op pad geweest om mijn "monk bowl" te bemachtigen. Het was een heel gedoe om er zelfs maar te komen. Niemand wist wat ik bedoelde en waar het was. Ik kwam door alle advies wel steeds dichter in de buurt, maar alleen de monnik op de kanaalboot wist wie, wat, waar en hoe. Is natuurlijk ook niet toevallig dat me de weg gewezen werd door een monnik. Toen ik eenmaal in de bewuste wijk en straat was, kon ik aan het getimmer direct horen dat ik goed zat. De eigenaar liet me vol trots de foto's zien waar hij op stond met verschillende leden van het koningshuis. Ik had na veel kijken en overwegen een bowl uitgezocht en die werd toen ter plekke afgemaakt door hem op een gasbrander te verhitten. Zo kreeg hij zijn mooie donkere kleur. Alleen had ik gevraagd om dezelfde kleur als een van de kleinere bowls die ik gezien had. Jaja zei hij, same same. Maar ja, toen was ie klaar en niet same same en toen moest ik dus bowlmaker nummer 1 van Thailand vertellen dat ik de bowl niet goed genoeg vond. Was ie geloof ik niet echt over te spreken. Gelukkig kwamen er op dat moment 2 Zwitserse dames aan die mijn bowl wel heel mooi vonden en een van hen heeft hem toen gekocht. Ik moest toen maar een andere bowl uitzoeken. Ze hadden nu wel begrepen dat ik toch wel iets van een oog heb voor kwaliteit, in ieder geval voor wat mooi is, en mijn 2e bowl werd precies zoals ik hem hebben wilde. Ik heb er in totaal 2,5 uur op moeten wachten, maar ik ben zo gelukkig met mijn aanwinst als een kind in een snoepwinkel. Tijdens de rit naar de werkplaats zag ik een heleboel winkels die alleen maar spullen verkochten die te maken hebben met het Boeddhisme, een soort monnik-walhalla. Daar ben ik daarna nog even gaan snuffelen en nu heeft mijn bowl een echt Boeddhistisch jasje. Ik ga morgen nog op zoek naar wat dingen die specifiek bij monniken horen, gebedskralen, kaarsen, wierook heb ik al en dan is mijn reis definitief ten einde.

Nog even een bericht van culinaire aard:
Ik had na mijn monkbowl ervaring zo'n trek gekregen, dat de kip op een stokje die ze in een straat verderop verkochten zo lekker rook, dat ik de verleiding niet kon weerstaan. Ik mag de naam van de Heer niet ijdel gebruiken, maar ***** wat was dat lekker. Ik had eerst 2 pootjes genomen, ben verder gelopen en zo weer omgedraaid om er nog 2 te kopen.
Nu rest mij nog 1 winkeldag en dan vertrek ik zo rond een uur of 19:00 morgen naar het vliegveld.
Tot morgen.

Back in Bangkok

Ik heb gisteren de hele dag in de trein gezeten. De trein van Chiang Mai naar Bangkok. Geplande vertrektijd: 06:45. Ik ben om 05:30 opgestaan, in vol ornaat (met backpack op de rug) naar de plek gelopen vanwaar ik zeker wist dat ik een songthaew naar het treinstation kon krijgen en werd lichtjes nerveus doe er niet een binnen 5 minuten op voor mijn neus stond. Uiteindelijk doordat er nauwelijks verkeer was op dat tijdstip, toch nog ruimschoots op tijd. Helemaal toen bleek dat de trein eerst nog moest worden schoongemaakt. Uiteindelijke vertrektijd: 07:25.
Ik had voldoende water en proviand ingeslagen om het de hele 14 uur durende rit vol te kunnen houden en mezelf kennende zou ik een behoorlijk gedeelte van de tijd zitten te dutten. Toen ik de trein zag, werd ik toch wel behoorlijk ongerust, want ik zag alleen maar van die banken die wij heel vroeger in die oude boemeltreintjes hadden. Je weet wel, 2 aan de ene kant en 2 aan de andere. Gelukkig had mijn coupe heel comfortabele stoelen. Die moesten alleen nog de goede kant opgedraaid worden, omdat we dus de andere kant op gingen. Dat is een leuk gezicht. Onder de 2 stoelen wordt een pedaal ingedrukt en beide stoelen worden in een beweging 365 gr. omgedraaid. Ik herinnerde me ineens dat ik dit in Caïro ook al eens had gezien, maar het blijft leuk.
De rit op zich ging prima. Tot en met uur 13 niet eens last van mijn rug. Daarna helaas wel, maar goed.
Ik had brood gekocht en een blik tonijn in mayonaise (ik dacht, dat smeert beter dan in olie). Je had mijn buurman moeten zien toen ik al la mr. Bean mijn sandwich ging samenstellen. Opblaaskussen als tafeltje, wc papier als tafelkleed, boterham erop, blik lostrekken (er bleek ook een lichte groentemix in te zitten), met mijn spork de tonijn fijn harken, tonijn op brood smeren, 2e boterham er bovenop, tonijn in ziplock zakje luchtdicht verpakken, brood weer in de tas en het met met veel smaak oppeuzelen van mijn sandwich. Met dinertime hetzelfde ritueel weer.
De rit duurde uiteindelijk 14 uur en 20 minuten en toen ik eindelijk om 21:45 in Bangkok aankwam was ik behoorlijk brak. Had ook geen idee hoe ik bij het guesthouse van het startpunt van mijn reis moest komen. Ik ben op een gegeven moment richting de tuktuks gelopen, maar die waren mij te opdringerig. Een van hen raakte zelfs op een onprettige manier mijn arm aan. Volgens mij heeft hij zich moeten laten behandelen voor brandwonden van het vuur dat uit mijn ogen kwam. Daarna zag ik wat westerlingen en daar ben ik toen maar achteraan gelopen. Ik kwam vanzelf bij het metrostation uit. Toen wist ik het wel weer en om 23:45 stond ik voor de dichte deur van "mijn" guesthouse. Er waren alleen 2 bewakers en die vertelden me dat ik de volgende ochtend om 08:00 als eerste aan de beurt was. Snik. Op zijn zielige "maar ik moet toch ergens slapen vannacht" ging een van de bewakers me voor naar een paar guesthouses iets verderop aan de overkant van de straat. Daar heb ik nu voor 2 nachten de duurste kamer tot nu toe geboekt. 800 baht per nacht. 16 euri. Anyway... ik heb onderdak, de kamer is prima, het bed is stevig en brandschoon en ik heb weer airo en tv. Om 00:15 ging bij mij het licht uit.

zaterdag 21 november 2009

Vervoer

Ik heb vandaag een 6e vorm van vervoer geprobeerd. Na het vliegtuig (binnenlandse vlucht), de lokale bus, de minivan, de boot en de tuk tuk, nu de songthaew. Je spreekt het uit als songthaow. Dat is een gewone pick-up truck waar boven de laadbak een dak is gebouwd en daarbinnen staan in de lengte 2 banken tegenover elkaar. De songthaew verschilt van een tuk tuk doordat hij groter is, doordat hij onderweg mensen oppikt en afzet en doordat hij daardoor goedkoper is.

Ik moest naar het treinstation om mijn kaartje te kopen en ik hield eerst een tuk tuk driver aan. 80 baht. Te duur. Volgende tuk tuk: 80 baht. Nog steeds te duur. Stukje verderop weer een tuk tuk: 60 baht. Nog iets te duur. Nog een stuk verderop een songthaew: 30 baht. Bingo!
Het enige wat ik steeds verkeerd deed, was aan de verkeerde kant van de weg gaan staan (in Thailand rijden ze dus nog steeds links). Dan riskeer je lijf en leden door tijdens het spitsuur (het is hier de hele dag door spitsuur) de weg met 5 rijen auto's en brommers over te steken en dan blijkt bij de eerste de beste songthaew die je aanhoudt, dat je toch weer aan de verkeerde kant staat. Kan je dus het hele circustrucje opnieuw uitvoeren. Gelukkig zie ik er toeristisch genoeg uit, zodat ze me niet het vel van de hakken afrijden.

Ik heb vanmorgen mijn eerste politiecontrole gezien. Helmcontrole. Ik weet niet hoeveel ongehelmde brommerrijders waren aan de beurt. De politie had met een man of 10 een strategisch punt in de stad gekozen en ik heb er ongeveer een kwartier staan kijken, maar ben de tel kwijt geraakt hoeveel bekeuringen er zijn uitgedeeld. Een boete van 100 baht. Wat opviel is dat hier zowel de bestuurder als de bijrijder(s) een helm moeten dragen. Dat was in Cambodja en Laos anders. Ik hoorde ook dat een groot gedeelte, zo niet alles van het boetegeld in de zakken van de agenten verdwijnt. In de krant zou zelfs gestaan hebben dat de boeven tegenwoordig een uniform aan hebben, doelend op de politie.
Ik heb toen ik verder liep wel nog een aantal brommerrijders, zoals een goede collega betaamt, gewaarschuwd voor de controle.

Voeten

Ik heb eens een studie gemaakt van de voeten van de lokale bevolking van Laos. Dat viel wel, maar niet mee. Heel veel kinderen groeien op zonder ooit slippers, laat staan schoenen te dragen. Gevolg is dat deze kinderen later bijna allemaal platvoeten krijgen, maar dat zou nog wel te doen zijn. Een ander gevolg van het blootsvoets lopen, is dat er op een gegeven moment zoveel eelt op de voetzolen zit, dat hun voeten ongevoelig worden voor bijna alles waar ze overheen lopen. En daar zit hem nou het probleem. Wanneer je voeten ongevoelig zijn kan je de grofste wonden oplopen zonder dat het teveel pijn doet. Daardoor ga je er ook geen hulp voor zoeken en daardoor gaat de boel infecteren. De voeten die ik bestudeerd heb waren zonder uitzondering potzwart aan de onderkant en wat ook opviel is dat heel veel voeten inmiddels genezen brandplekken hebben bij de enkels. Ikzelf wijt dat aan de uitlaat van de brommers. Misschien bij het achterop zitten. Ook heb ik tenen gezien waarvan de nagels nauwelijks nog als zodanig herkenbaar waren. Soms misten ze helemaal en soms waren ze bedekt met oud geronnen bloed. Ook zag ik grote scheuren in de voetzolen en aan de zijkanten. Toch leek geen van mijn studieobjecten ook echt last te hebben van zijn of haar voeten.
Conclusie? Geen. Het zag er gewoon vreselijk uit.

Roommate

Ik heb sinds eergisteren een nieuwe roommate. Zijn naam is Walter. Ik kan er niets aan doen, ik keek naar hem en... Walter.
Walter is een gekko. Hoewel hij wat teruggetrokken van aard is, kunnen we het bijzonder goed met elkaar vinden. We bespreken veel samen en ik kan bij Walter uitstekend terecht voor advies over binnenlandse aangelegenheden. Neem nou gisteren. Ik stond daar wel een kwartier te bekijken waar ik het beste mijn waslijn kon ophangen. Walter met zijn unieke perspectief op en kennis van de ruimte wist raad en vanmorgen was mijn wasje schoon en droog. We wensen elkaar elke avond welterusten en 's morgens (Walter is altijd als eerste wakker) is hij degene die bepaalt wanneer ik genoeg heb geslapen. Dan kwettert hij net zolang tot ik toegeef en de ogen open doe. Ik vraag Walter ook vaak om raad betreffende mijn dagindeling. Helaas is hij meer een typje van "zoek het zelf maar uit", dus daar zal ik hem nog op moeten aanspreken, wil deze relatie kans van slagen hebben. Ik bedoel: zelfstandigheid ok, maar wanneer je een slaapkamer deelt, vind ik hoor, mag je toch wel wat meer op het communicatieve vlak verwachten.
Walter vindt het leuk om spelletjes te spelen. Verstoppertje is zijn favoriet. Ik tel dan tot 50 (soms tot 100) en als ik dan mijn ogen open doe, is ie verdwenen. Ik ben dan best een hele poos bezig om hem te vinden. Grappig is dat hij soms denkt dat ie een super verstopplek heeft gevonden, maar dan steekt zijn staart er nog achteruit. Ik doe soms net of ik dat niet gezien heb en blijf nog een hele tijd roepen en zoeken. Als ik warm ben, dan racet hij ineens uit zijn verstopplekje en dan heeft hij gewonnen, als ik hem eerder zie, dan heb ik gewonnen. Nee, het is nooit saai met Walter. Neem nou zijn gevoel voor humor. Die sluit perfect aan bij die van mij. Walter heeft meer een droge humor, terwijl bij mij de tranen soms over de wangen lopen. Ik kan wel uren doorpraten over mijn nieuwe vriend, maar ik begrijp ook wel dat elk verhaal een keer moet eindigen. Ik wil nog wel proberen om Walter over te halen om me te komen opzoeken in Nederland als hij daar toevallig een keer mocht komen. Ik zal hem mijn adres geven, het zijne heb ik al.

vrijdag 20 november 2009

Flight of the Gibbon

We vertrokken om 06:45 precies, maar ik was van de opwinding al om 05:00 uur wakker. Ik werd opgehaald door een minivan van de organisatie. We waren uiteindelijk met z'n negenen in het busje, met nog twee Nederlanders. Ons busje reed achter nog een ander Gibbonbusje aan. Maakte me niet uit, al was heel Thailand aan het zippen, ik in ieder geval ook. Het was maar een uurtje naar de plek in de jungle waar het allemaal zou gaan plaatsvinden. We kregen onze veiligheidsinstructies en daarna onze "gear", ons harnas. Dat harnas werd best wel strak aangetrokken en ik hoorde verschillende deelnemers klagen over zere liezen en konijnen. Watjes! Ik heb van de eerste tot de laatste minuut genoten. De adrenaline joeg met ongekende snelheid door mijn lijf. Het hoogste punt van alle ziplijnen was op 100 meter en de langste lijn was 110 meter en dit alles vond plaats op 1350 meter boven NAP. Je moet gewoon vertrouwen hebben en DOEN. Ik stond daar dus op dat eerste platform helemaal aangekoppeld en klaar om te gaan en dan moet je dus van dat platform afstappen, gewoon de diepte in. Ik moest mezelf tegenhouden, want je moet je dan langzaam laten zakken en rustig... Ik wilde het liefst een aanloop nemen en dan de afgrond induiken. Zo hadden we 14 ziplines, waarvan 2 abseil momenten. Dan moesten we van het platform recht naar beneden in een gat stappen. De begeleiders lieten ons dan langzaam naar beneden zakken. Dat was mij werkelijk te tam. Ik had al eens abgeseild van de watertoren in Markelo, en dat mochten we toen zelf doen. Konden we zelf de snelheid en de rem bedienen. Maar goed, het waren er maar 2. De ziplines waren geweldig. Vlak voor je bij een platform aankwam moest je je benen optrekken, anders smakte je met je benen tegen het platform aan, maar ik was zo, door de adrenaline gedreven, met mezelf bezig, dat ik iedere keer net op het laatste moment hoorde: "LIFT YOUR LEGGS!". Het mooie van een beetje extra gewicht is dat je ook meer vaart maakt en ik had de vaart er behoorlijk in. Ik smakte iedere keer tegen de begeleider die ons opving, maar die had dat al zo vaak meegemaakt dat hij het volgens mij niet eens meer voelde. Er was ook een dikke Duitser in de groep. En dan bedoel ik echt dik. Hij moet op z'n minst 12 maanden zwanger zijn geweest. Die was eigenlijk net iets te zwaar voor het avontuur, want als ie zich van het platform moest laten zakken, dan stuiterde hij eerst met zijn stuitje hard op het uiteinde van het platform en hoe hoog hij zijn benen ook optilde, hij smakte steeds zo naar met zijn voeten tegen het volgende platform, dat zij die nog moesten of die al over waren iedere keer met een vertrokken gezicht in koor: "oew" kreunden.
Na de laatste jump werden we met het busje naar een waterval in de buurt vervoerd en mochten we lekker klimmen om het water tussen de hoge rotsen naar beneden te zien storten. Was wel een beetje een afknapper na zoveel actie. Daarna terug naar het hoofdkwartier, waar we een maaltijd kregen aangeboden. Een paar hapjes van het lokale eten was voor mij alweer voldoende. Net dat de ergste honger weg was, want ik had niet ontbeten en begon toch wel behoorlijk trek te krijgen. En zoals het een vrouw op leeftijd betaamt, viel ik zodra we weer in de bus terug naar Chiang Mai zaten, als een blok in slaap. De jonkies trouwens ook hoor. Eenmaal terug in het guesthouse heb ik nog lekker anderhalf uur geslapen en nu wacht mij weer een heerlijke avond op de Night Bazaar. Morgen ben ik ook nog hier en zondag vertrek ik met de trein naar Bangkok. Dat is een rit van 14 uur, maar zoals je weet houd ik van treinreizen. Dan heb ik 2 hele dagen in Bangkok om mijn aalmoezenschaal te vinden en te kopen (ik weet nu waar ik moet zijn) en dan is dit avontuur alweer voorbij. But It ain't over 'till the fat lady sings en dus geniet ik vrolijk verder en grijp iedere gelegenheid aan om nieuwe mensen te ontmoeten, contact te maken met de lokale bevolking en zowel grote als kleine avonturen te beleven.

Chiang Mai

Rusty en Val boden me aan om die ene nacht in Huayxai een kamer te delen. We hadden een reuzenkamer met 5 bedden. En daar lagen we dan, ieder met een bed ertussen. Omdat zo'n situatie toch niet zo heel vaak voorkomt met iets meer eh... zeg maar rijpere vrouwen (Rusty en Val zijn rond de 50), ik bedoel je kijkt ongemerkt toch wie de grootste blubberkont heeft, besloot ik maar om het ijs nog wat meer te breken. Dat bleek eigenlijk helemaal niet zo moeilijk, want beide dames komen uit Australië en ik hoefde maar te beginnen over mijn obsessie met hotelkamers en beestjes en daar ging het hele circus. Ik vertelde dat ik die avond in de jungle in Pakbeng mijn hele kamerdeur met ducttape had afgeplakt en ik dacht dat ze erin zouden blijven. Ze verzonnen zelf weer varianten op wat er deze nacht allemaal wel niet onder de deur door zou komen en voor je het weet is het een grote, melige pyjamaparty. Als je dan zo met je nieuwe vrienden praat over wat je voor werk doet kan je nog wel eens aangenaam verrast worden. Rusty vertelde me dat er in Australië een gigantisch gebrek is aan personeel in de ouderenzorg en dat je zonder enig probleem een werkvergunning voor een jaar kunt krijgen en overal, maar dan ook overal, zo aan het werk kunt. Ze liet ook nog weten dat ze "a whole bunch of kids" heeft, verspreid over heel Australië en dat ze wel vaker opgedane vakantievrienden naar hen toe stuurt om daar gratis te verblijven en meer had ik niet nodig om mijn fantasie volledig zijn eigen gang te laten gaan. Hier ga ik serieus op broeden.
Ik heb in Huayxai de ochtend daarop met toch wel een beetje een weemoedig gevoel Val en Rusty uitgezwaaid toen ze aan hun Gibbon-zip-line-avontuur gingen beginnen. Gelukkig bood Mel enige afleiding, want wij maakten de overtocht naar Thailand samen.
Ik houd van Australiërs, vooral als ze niet meer zo piep zijn. Mel en ik wilden een lokale bus pakken naar Chiang Mai, waarvandaan Mel gelijk door zou gaan naar Bangkok. Dus wij op zoek naar een tuk tuk driver om ons naar de bushalte te brengen. We waren al iets aan de late kant, maar we zagen nog een wisselkantoor waar we al ons vreemde geld nog konden omwisselen. Mel moest wel, want die had helemaal geen Thaise Baht meer. Daardoor kwamen we precies om 09:00 uur aan bij het busstation. Vertrektijd bus: 09:00 uur. WERKELIJK! daar ging die! De tuk tuk driver had zijn karretje nog wel dwars voor de bus geparkeerd, maar hij reed er zonder pardon omheen en wij maar zwaaien en roepen en met grote ogen niet geloven dat ie ons echt zo zou laten staan. Het is een rit van 6 uur en die ene minuut... maar hij ging. En wij dus ook, lopend terug naar de veerbootaanlegplaats (de tuk tuk driver was inmiddels ook alweer vertrokken). Onderweg had Mel ongeveer halverwege een koffietentje gezien en daar hebben we maar even een pauze ingelast. Allebei een lekkere cappuchino en wie kijkt me vanaf het tafeltje met haar stoïcijnse blik recht aan? Het Droste cacao vrouwtje, zo recht vanaf het nog ongeopende blik. Home sweet home.
Goed, toen verder terug naar de veerboot. Onze tuk tuk driver zag ons alweer aankomen en wilde ons wel naar de vertrekplaats van de minivan brengen. Dat bleek dus tegenover het koffietentje te zijn. De minivan was maar 30 baht duurder dan de bus en vertrok ook nog eens een uur eerder. Helaas had deze driver zijn rijbewijs gewonnen met de loterij van de Zonnebloem, want dat was echt een ramp. Gas, los. Gas, los. Gas, los en zo 6 verschrikkelijke uren lang. Daarbij zat hij ook nog eens constant(niet handsfree) te praten aan de telefoon. Gelukkig hadden we een pauze van 20 minuten en daarna was het nog maar 2 uur. In Chiang Mai bijna gelijk allerhartelijkst afscheid genomen van Mel. Die kwam in tijdnood, want moet as. maandag alweer aan het werk bij het Rode Kruis in Maleisië. Ik heb eerst een hele tijd rondgedoold, geprobeerd me wat te oriënteren. Dat was niet gemakkelijk, want ik heb me dan wel heel goed voorbereid, maar op Cambodja en Laos en voor geen ene meter op Thailand. Gelukkig had ik in de minivan een reisgids van Thailand even mogen lenen, dus ik had een flauw idee en toen ik ineens een straat inliep waar ik "Night Bazaar" zag, wist ik wat ik wilde en waar ik naartoe moest. Ik heb nu een guesthouse dat volledig aan mijn wensen voldoet voor maar 200 baht (100 baht is 2 euro) en het is maar ongeveer 10 minuten lopen naar de Night Bazaar alwaar ik binnen een straal van 10 meter kan kiezen tussen de McDonalds, Subway, Burger King en de Pizzahut. WALHALLA! Ik heb gisteravond urenlang lopen te slenteren tussen de stalletjes met prullaria, nep artikelen en leuke hebbedingetjes. Terug bij mijn guesthouse viel me een folder op van "Flight of the Gibbon". Blijkt dat er in Chiang Mai een miniversie is van de Gibbon Experiënce. Een dagtrip. Nou, toen was mijn geluk helemaal compleet. Ik heb gelijk geboekt voor slechts 1700 baht en vond het heel erg moeilijk om die nacht de slaap te vatten.

donderdag 19 november 2009

Geen bericht, goed bericht

Ik ben op dit moment te opgewonden om te schrijven. Dat doe ik morgen wanneer ik terug ben van mijn zipline avontuur.
Tot dan.

woensdag 18 november 2009

De slowboat naar Thailand

Ik ben net aangekomen in Huay Xai, dat is aan de Laos kant van de grens met Thailand. Morgen steek ik over.
Ik heb er 2 hele dagen op de slowboat op zitten. De reis naar Huay Xai moet in 2 gedeeltes worden gedaan, omdat de boten niet mogen varen na zonsondergang. Ik was de ochtend van vertrek in Luang Prabang op tijd bij de boot, omdat ik een goede plaats wilde bemachtigen. Dat is gelukt. Gelukkig, want er waren op de hele boot slechts 14 luxe busstoelplaatsen, de rest van de zitplaatsen bestond uit houten bankjes, waar ik nog geen 5 minuten op zou kunnen zitten.
Het eerste gedeelte van de reis zou gaan tot Pakbeng. Pakbeng ligt in the middle of nowhere, maar de reis er naartoe is werkelijk wonderschoon. In dit gedeelte van Laos heeft de boomkap nog niet massaal toegeslagen en zie je op beide oevers de nog ongeschonden jungle. De Mekong die daartussen kronkelt is een onvoorspelbare goudbruine massa water die nietsontziend alle obstakels in zijn pad met verwoestende kracht tegemoet treedt. Dit zorgt ervoor dat de rivier het ene moment kalm voortkabbelt en het andere moment, wanneer er rotspartijen in de weg liggen, verradelijk gevaarlijke draaikolken en onderstromen ontwikkelt. Op die momenten kon je heel goed merken dat we tegen de stroming in voeren, want dan kwamen we nauwelijks vooruit en werd de boot wild heen en weer geschud.
Na 8 lange uren kwamen we aan in het jungledorpje Pakbeng. Dit dorp dankt zijn relatieve welvarendheid alleen aan de toeristen die met meerdere bootladingen per dag komen om te overnachten en te eten. Iedereen arriveert rond 17:00 uur en vertrekt de volgende ochtend om 08:30 uur. Ik heb eigenlijk alleen maar minder goede berichten gelezen over dit dorpje, maar de nacht dat ik er was, is me 100% meegevallen. Ik had een allersinds acceptabele kamer met badkamer, koude douche, super muskietennet en een fan. Enige nadeel was dat er maar voor een paar uur stroom was. Het dorp werkt op generatoren. Om 17:30 ging het licht aan en klokslag 23:30 merkte ik dat ineens de fan uit ging en het overal donker werd. Op dat moment was het buiten al zover afgekoeld, dat ik de fan niet eens meer nodig had en een bijkomend heel groot voordeel was, dat er niet alleen geen licht meer was, maar ook alle onnatuurlijke geluiden verstomden. Op dat moment hoorde ik alleen nog de geluiden van de jungle en die geluiden waren zo helder en allesomvattend, dat ik een moment het gevoel had dat ik op m'n matras midden in de jungle lag. Ik heb er een tijd lang vol ontzag naar liggen luisteren en ben met een intens gelukkig gevoel gaan slapen.

De volgende ochtend op de boot naar Huay Xai trok ik op met Mel uit New Zealand, die ik de vorige avond in een restaurant had uitgenodigd om bij mij aan tafel te komen eten, Mel reist ook alleen. Wat een leuk mens! We hebben veel lol gehad. Zelfde soort humor, zelfde leeftijd.
Ook leerde ik Val en Rusty uit Australie kennen. Geloof het of niet, maar Rusty is een nurse voor de RFD (Royal Flying Doctors) en ze woont in Broken Hill. Voor wie geen lampje gaat branden: De Australische serie Flying Doctors uit de jaren 80. Val en Rusty gaan de Gibbon Experience doen en daar was ik stiekem toch wel een beetje jaloers op.
De 2e helft van de reis duurde 9 uur en hoewel heel mooi, was dit gedeelte toch minder indrukwekkend vanwege de aanzienlijke boomkap. Het deed me gewoon pijn aan de ogen om die kale plekken op de bergen te zien. De zonsondergang aan het eind van de dag was wel van uitzonderlijke schoonheid.
Wat ook een stuk minder was, waren de zitplaatsen. De luxe busstoelen hadden plaats gemaakt voor die vreselijke houten bankjes. Gelukkig waren er ook 5 plastic stoeltjes en die hadden, Mel, Val, Rusty en ik snel te pakken. We zijn ook om de zoveel tijd maar gewoon op de grond gaan liggen. Ik ben natuurlijk weer als een blok in slaap gevallen. Scheelt weer anderhalf uur en met goed gezelschap gaat de tijd ook een stuk vlugger en is het leed niet zo erg als wanneer je geen afleiding hebt.

Ik ga zo meteen terug naar mijn guesthouse waar ik een kamer deel met Val en Rusty. Morgenvroeg steek ik de grens over en reis ik per bus door naar Chiang Mai. Daarna zijn mijn plannen nog redelijk vaag, maar ik heb me ten doel gesteld om een aalmoezenschaal die de monniken hier hebben, te vinden en te kopen. Die worden maar op een plaatsen gemaakt, dus dat moet ik uitzoeken. Kan zijn dat ik met de trein naar Bangkok ga, maar de bus is ook een mogelijkheid of ik neem het vliegtuig.
Tot morgen.

maandag 16 november 2009

Veranderde plannen

Het blijkt tot mijn spijt dat ik toch teveel tijd heb verloren in Siem Reap. Ik zou theoretisch de trip naar het noorden nog kunnen maken en dan zoals eerder gepland de "Gibbon Experience" doen, maar dan mag ik geen dag vertraging meer oplopen en hier in Laos, speciaal in het hoge noorden is vertraging eerder regelmaat dan uitzondering. Toch sla ik zonder al teveel hartezeer een andere richting in, want hier in Laos is geen enkele richting een straf.
Ik heb besloten dat ik nu heel langzaam richting de Thaise grens ga. Ik moet zeggen dat vooral dat langzame gedeelte me aanspreekt. De laatste paar dagen, hoe mooi ook, waren toch dagen van vele uren in de bus om van de ene plaats naar de andere te komen. Nu pak ik morgenvroeg de zogenaamde slowboat over de Mekong naar Pakbeng (8 uur), daar blijf ik een nachtje en pak dan overmorgen een volgende slowboat van Pakbeng naar Huay Xai (9 uur). Huay Xai is de grensovergang naar Thailand. Van daaruit is het nog 5 uur met de bus naar Chiang Mai, waarvandaan ik met het vliegtuig vertrek naar Bangkok helemaal in het zuiden. Toegegeven, het is wel weer veel reizen, maar 2 dagen op een boot is voor mij helemaal het einde en zo weet ik tenminste zeker dat ik op tijd in Chiang Mai ben voor mijn vlucht (die ik nog moet boeken). Ik heb de gegevens in mijn itinerary hiernaast aangepast.

Louang Prabang

Ik ben gisteren in de namiddag aangekomen in de Wereld Erfgoed stad Luang Prabang. Ik ben om iets over 9 's ochtends bij de bushalte voor de lokale bus gaan zitten en om iets voor 10 kon ik instappen. Toen ik daar zat te wachten kwam er een oud mannetje naar me toe. Hij had een stompje van een sigaar in zijn bijna tandeloze mond en presteerde het om al die tijd dat ik daar zat, dat stompje van de ene kant naar de andere kant van zijn mond te verplaatsen. Hij stak het ding iedere keer weer aan en bleef eraan zuigen. Hij liet me nog vol trots een zakje met wit spul en een doosje met bruine pasta zien. "opium" zei hij. "nice" zei ik.
Het was een adembenemende rit van 7 uur hoog door de bergen. Ik heb nog nooit zoveel haarspeldbochten bij elkaar gezien. Dus nu was het niet alleen een hobbelige weg, maar ik werd ook nog eens constant heen en weer geslingerd. Gelukkig had ik goed gegeten. Iedere keer dat ik dacht dat we het hoogste punt nu wel bereikt zouden hebben, ging het nog weer hoger en op zo'n smalle weg is een bus een enorm gevaarte, vooral als je een grote 18-wieler vrachtwagen tegemoet komt. Maar hoe hoog we ook kwamen, er waren altijd wel dorpjes. Soms maar een paar hutjes en veelal in grote armoede, maar langs elke commerciële route zullen mensen zijn die proberen hun graantje mee te pikken. Wat ik heel schokkend vond, is dat die dorpjes gebouwd zijn pal aan de weg. Eigenlijk is het tussen de weg en de afgrond. Omdat er in deze dorpjes net als in de rest van het land heel veel kleine kinderen zijn, was de weg hun speelplaats. Wanneer de bus omhoog kroop was er niets aan de hand, maar wanneer de chauffeur de bus in z'n vrij zette en we naar beneden stoven, of wanneer 2 voertuigen elkaar moesten passeren, moesten de kinderen springen voor hun leven. Ze hadden ook wel vreemde spelletjes ontwikkeld hoor. Ik zag een van hen midden op de weg liggen. Het leek alsof het een uitdaging was om zo lang mogelijk te blijven liggen (je zal maar verliezen). Een ander jochie van een jaar of 3 vond het leuk om met een stok naar de bus te slaan, niet oplettend of er van de andere kant ook verkeer kwam. In al die armoede blijven toch de moderne communicatiemiddelen niet ontbreken. Hoe gammel het hutje ook, je zag er wel iemand bij staan met een mobiele telefoon en hoe slecht en vies gekleed de kinderen ook waren, een satellietschotel ontbrak nooit. Maar goed, je moet prioriteiten stellen. Het is natuurlijk voor mij heel gemakkelijk om vanuit mijn comfortabele busstoel te oordelen over wat wel en wat niet gepast is, maar ik ben er van overtuigd dat wanneer ik in dezelfde situatie zou zitten, ik een moord zou doen voor een telefoon en tv.
We hebben tijdens de hele rit 4 stops gemaakt, waarvan 1 voor de lunch en de rest voor het plegen van een plasje. Ik was de enige vrouw aan boord en daar hield de driver helaas geen rekening mee wanneer hij een locatie uitkoos op te stoppen. Zo vlak langs de weg kunnen mannen hun ding wel doen, maar ik... ging op een gegeven moment toch maar gewoon zitten, want als je moet, dan moet je en dan is de locatie van geen enkel belang meer. Gelukkig bood mijn fishermans pants nog enige bescherming voor de langsrijdende bevolking, die er anders acuut lasogen aan over zou hebben gehouden.Ik schrok wel even toen vlak bij mijn oor een koe begon te loeien. Waarschijnlijk zat ik op zijn plekje. Was wel even amusant toen ik weer in de benen kwam en een voorbij rijdende man op een brommer zijn hoofd als een uil bijna achterstevoren op zijn romp draaide (ook hier blij dat er geen tegenligger voorbij kwam).

Om 17:00 aangekomen in Luang Prabang en ik heb me gelijk naar mijn uitgekozen guesthouse laten rijden. Vol. Volgende... te duur. Volgende... vol. Gelukkig had de volgende nog wel plek voor een redelijke prijs en na inspectie van de kamer akkoord gegaan voor 60.000 kip. Helaas kwam ik er bij een grondiger inspectie achter dat die hele kleine beestjes waarschijnlijk wachten met tevoorschijn komen tot je betaald hebt. Er liep een spoor mieren langs een plint en er kwamen steeds maar hele kleine vliegjes op het bed. Er was zelfs een torretje zo gek om op het bed te landen (die had het slechte nieuws uit Vang Vieng nog niet gehoord zeker). Die dingen zijn niet makkelijk om te leggen, maar toen ie eindelijk dood was, heb ik hem ik de verste hoek van de kamer gedeponeerd. Dat ze hier in Laos reïncarnatie zo serieus namen wist ik ook niet, maar vanmorgen was ie verdwenen.
Verder een goede nacht gehad. Tot iets over 5, want toen moest ik er uit om de monniken te gaan zien die vanuit alle Wat's in de stad om precies 6:00 uur hun etensronde doen. Ik prijs mij gelukkig dat ik dat in zowel Cambodja als in Laos al meerdere keren in ongedwongen toestand heb kunnen zien, want dit was niets minder dan een toeristenspectakel. Het leek wel of sinterklaas in de stad was! Al voordat ik er was, stonden er tientallen toeristen met hun camera's in de aanslag te wachten bij de poorten van de Wat's voor het mooiste plaatje. Het is ook wel een mooi gezicht hoor, die groepen monniken die de stad doorkruisen, maar ze stoppen nauwelijks om hun eten in ontvangst te nemen, geven de donateurs geen gelegenheid voor een gebed en lijken erop gebrand zo snel mogelijk weer bij hun tempel terug te zijn. Je kunt als toerist rijst en bananen kopen om aan de monniken te geven, maar dan heb ik helemaal het gevoel dat we de aapjes niet alleen aan het bekijken, maar ook nog aan het voeren zijn. Niet aan meegedaan dus. Wanneer de etensronde voorbij is en de monniken hun eten in de tempel hebben opgegeten, komen ze naar buiten voor hun dagelijkse bezigheden en geen toerist die dan nog geïnteresseerd is in een foto. Ik ga proberen zo'n aalmoezenschaal te bemachtigen. Nee, schrik maar niet, ik ga er geen monnik voor overvallen, maar die dingen moeten toch ergens te koop zijn dacht ik.

Vandaag ga ik uitvogelen wat ik de komende dagen ga doen.

zondag 15 november 2009

Zomaar even tussendoor

Er valt me zoveel op hier, zoveel dat ik niet in mijn verhalen schrijf, omdat je dan een dagtaak hebt aan het lezen ervan. Toch wil ik een aantal dingen nog graag met met je delen, dus dan maar een extra hoofdstukje.

De toeristen hier in Vang Vieng zijn voor een groot gedeelte totaal van de pot gerukt (pardon my French). Ik heb ze 's avonds volledig bedekt met een dikke laag modder en uitgelaten schreeuwend terug zien komen van een dagje "tubing" (dat is op die binnenband de snel stromende rivier af), waarna ze gedoucht en wel in bikini weer de straat op kwamen. En dan maakt het me niet uit hoe hippie zij of dit dorpje zijn, dat KAN dus niet in een Boeddhistisch land met om de 50 meter een tempel.

Sommige eetgelegenheden in Laos hebben de Engelse taal nog niet echt goed onder de knie. Hier zijn wat voorbeelden, mag je raden wat er bedoeld wordt.
Break fact
gueshouse (wat, waar?)
haft bread
Souvenia
fire eggs
En is het nu wel zo verstandig om te gaan eten in restaurant Lacto? (ik heb de foto)

Vanmorgen werd ik wakker van een vreemd geklap tegen mijn raam. Ik dacht dat een van de horren niet goed vast zat, maar het bleek een kamikaze mus. Die knalde iedere keer tegen het raam en bleef dan even hangen of zitten, waarschijnlijk omdat daar wat lekkere insecten te halen waren. Banzaaaaaaaai!

Gisteravond heb ik een vierkante pannenkoek met banaan gehad. Die was lekker! Zomaar van een stalletje aan de straat.

Zowel de mensen uit Cambodja als uit Laos zijn zoetekauwen. Ze smeren werkelijk overal gecondenseerde melk op. De gewone yoghurt is zelfs mij bijna te zoet en de melk is gewoon niet te drinken.

Hier in Vang Vieng is het lekkerste dat je kunt doen, aanliggen aan een tafel in een restaurant en dan onder het genot van een film (maar alle restaurants draaien momenteel afleveringen van "Friends") wat lekkers te nuttigen. Je klimt dan op een verhoogde vloer die tevens dienst doet als stoel en bed. Er liggen alleen kussens en de tafel heeft hele korte pootjes, daar schuif je je benen onder. Zo lig je dus als Cesar te relaxen en te eten. Ik heb mensen dat zonder moeite uren zien volhouden.

In verschillende steden en dorpen heb je verschillende tuk tuks. Meestal zijn het brommers met daarachter een karretje waar 2 mensen recht achter de bestuurder kunnen plaats nemen. Soms zijn ze wat groter en kunnen er achter de bestuurder 6-8 mensen zitten die dan tegenover elkaar zitten op 2 banken. Soms ook zijn de karretjes aan de zijkant van de brommer gemonteerd en dan zit je dus bij wijze van spreken naast de bestuurder. Dat gaf mij een heel onbeschermd gevoel en dan heb je nog de tuk tuks die bedoeld zijn om zoveel mogelijk mensen mee te vervoeren. Je betaalt dan gezamenlijk een vaste prijs, dus hoe meer passagiers... Dit is de meest oncomfortabele tuk tuk, want wanneer de driver vindt dat er nog wel 1 of 2 bij kunnen, kan dat eigenlijk al lang niet meer. Gevolg: een hete en plakkerige, doch goedkope rit.

Ik vertelde toch dat backpackers op een super klein budget een land door trekken? Nou, het blijkt dat ik me daarin wat heb vergist, want ik hoorde gisteren een Engelse jongeman naast mij zeggen dat hij er met zijn maten in 2 avonden voor 400 pond aan alcohol hadden doorgejaagd. Ze waren op een van de 4000 eilandjes in het zuiden en daar is blijkbaar niets anders te doen. Hij had het over flessen Wodka, whiskey en bier. Lang leve de lol!

In de hele korte tijd dat ik in Thakek was, reed ik in het donker langs de oever van de Mekong. Wat heel apart was om te zien, was de overkant. Dat was Thailand en waar mijn kant redelijk donker was zonder veel straatverlichting, was de Thaise kant juist een zee van licht. Ook een manier om het contrast tussen arm en rijk te illustreren.

Wordt vervolgd.

zaterdag 14 november 2009

Onvergetelijk!

Ik heb de meest geweldige dag gehad. De nacht was behoorlijk onrustig, omdat ik tegen een uur of 1 wat voelde kriebelen bij mijn linker konijn. Nee, nee, niet direct het ergste denken... deed ik ook niet. Het kon immers ook mijn zijden lakenzak zijn die door de wind van de fan tegen me aan werd geblazen. Dus maar even stil liggen en voelen. Die wind bewoog toch wel heel langzaam in een bepaalde richting en toen vertrouwde ik het niet meer. Dus als een bliksemschicht uit de lakenzak, slippers aan, licht aan, nachthemd omhoog en warempel, daar kroop een torretje. Zo'n klein langzaam lopend, niet vliegend torretje. Nu zou je denken dat ik ter plekke in een coma schoot, maar dat viel allemaal reuze mee. Voor mijn doen zeer kalm heb ik het beestje bij zijn lurven van mijn konijn getrokken en met de grond gelijk gemaakt. Ben gelijk maar gaan zoeken naar familie. Die vond ik ook nog in de vorm van zijn grote broer (ik ga er voor het gemak maar even vanuit dat het een hij was). Helaas heeft ook hij het verhaal niet overleefd. Daarna was inslapen niet meer zo gemakkelijk, maar het lukte uiteindelijk toch. Tot een uur of 04:00, toen er hard op mijn deur werd geklopt. Iets over een excursie, of een bus of weet ik veel, maar toen ik goed en wel weer uit bed was en de deur open deed om die knakker eens de huid vol te schelden, hoorde ik vanaf een afstandje nog iemand mompelen: "wrong door". Uiteindelijk was het dan 06:10 op de dag van mijn grote avontuur.

De brommer die ik zou gaan huren was een 125cc. Voor wie dat niets zegt, die gaan getverderries hard! Er zitten 4 versnellingen op en 2 remmen. 1 handrem (rechts) en 1 voetrem (ook rechts). Daar heb ik verder geen ervaring mee, maar ik heb de kunst afgekeken van een paar brommereigenaren. Nu moet je ook weten dat de helmpjes die erbij horen van die speelgoedhelmpjes zijn, die je voor een paar euro bij Bart Smit koopt. Mijn filosofie was: Als ik een ongeluk ga krijgen, dan houdt dat helmpje helemaal niets tegen, dus waarom de hele dag met dat warme ding op rijden als ik voor hetzelfde geld mijn lange lokken vrij kan laten wapperen in de wind. Goed, geen helm dus en verdere beschermende kleding werd er gelukkig niet bijgeleverd. Nadat ik om 07:10 de eigenaar van de brommerverhuur wakker had gekregen, kon ik op pad. Ik had de vorige avond de kaart van de omgeving met alle grotten al bestudeerd en ik had dus al een idee waar ik naartoe wilde. Proviand in de vorm van een baguette met tonijn en 2 flessen water waren al ingeslagen en daar ging ik. Eerst nog wel wat onwennig met dat schakelen, maar dat had ik snel genoeg goed onder de knie.
Ik moest eerst een stuk over de "grote" doorgaande weg en die is lekker geasfalteerd en daar kan je dus iets harder en als je dan van de eerste, naar de tweede en de derde versnelling gaat, dan is die vierde versnelling niet ver weg en voor ik het wist zoefde ik met 60 km p/uur richting de bergen. Wat was DAT lekker! Helaas moest ik er na ongeveer 8 kilometer af en vanaf dat moment waren het alleen nog maar kleine stenen hobbelpaadjes, maximaal in z'n 3.
De meeste backpackertoeristen hebben niet zo'n groot budget, dus die huren fietsen. Met fietsen kom je niet verder dan de bezienswaardigheden in de buurt, dus wat ik de eerste helft van de dag heb gezien, heb ik helemaal alleen gezien. In geen velden of wegen een toerist te bekennen. De eerste grot was niet zo heel diep, maar wel met mooie stalagmieten en stalactieten (de tieten hangen). De tweede grot was spectaculair. Ik kon er zover in doorlopen, dat ik de uitgang niet meer zag. Ik kon zelfs het licht van de plek waar de uitgang was niet meer zien. Ik had 2 zaklampen bij me, dus helemaal pikdonker was het niet, maar als je dan zo'n 200 meter ver in een grot staat met alleen de oorverdovende stilte als gezelschap, dan word je wel even heel klein. Ik liep nog wat verder door en hoorde ineens een waterval verderop. Misschien was daar een andere uitgang met een mooi uitzicht of zo, dus ik liep nog wat verder, tot ik ineens met de voeten in het water stond. Het bleek een ondergronds snel stromend riviertje te zijn! Het water stroomde zo hard, dat het door de eeuwen heen een gat in de rotswand had gesleten en daar stroomde dat water met een behoorlijke kracht doorheen. Wat mooi om te zien en vooral ook om te horen. Ik heb veel foto's gemaakt, ik hoop dat ze gelukt zijn. Toen maar voorzichtig weer terug. Ondertussen had de man van de toegangskaartjes niet stil gezeten. Hij had een kaart voor me getekend met daarop de route waarvan hij vond dat ik die het beste kon volgen. Ik heb zijn raad en zijn kaart gevolgd en kwam bij een hele mooie Buddhagrot, met weer een hele oude monnik (een van mijn favoriete foto-onderwerpen). Daarna weer in de vierde versnelling terug naar het dorp, waar ik een uurtje de tijd heb genomen om te lunchen, onder het genot van de zoveelste herhaling van "Friends".
Na de middag heb ik de route wat dichter bij huis genomen. Groot nadeel was dat ik op deze route veel meer toeristen tegen kwam. De grotten waren allemaal dichterbij (op fietsafstand) en dan was er nog de lagune waar je kon zwemmen en op een binnenband van een busband het water op kon. Veel teveel wit vel voor mijn smaak en ik heb dan verder ook geen grotten meer bezocht, maar de hele middag door allemaal kleine dorpjes gereden. Dorpjes met spelende en zwemmende kinderen.
Wat ik heel mooi vond en waar ik al een poos naar op zoek was, is dat de rijst hier in Laos klaar is om geoogst te worden. In Cambodja moet de rijst nog een maandje, maar hier was iedereen druk aan het werk om de rijst binnen te krijgen. In Nederland gaat het oogsten allemaal volautomatisch, maar hier gebeurt alles nog gewoon handmatig met de sikkel. Dan kom je langs een rijstveld waar een man of 8 met hun typische bamboehoedjes naast elkaar de rijst met hun sikkel afsnijden en de bosjes samen binden. Ook de kinderen hebben hun aandeel in het oogsten. Zij moeten zorgen voor het vervoer van al die bosjes naar een centraal punt en van daaruit wordt het met de trekker (bestuurd door een kind van een jaar of 11 met bovenop de rijst zijn jongere broertjes, zusjes en dorpsgenootjes) naar een groot verzamelpunt gebracht waar het in een machine gegooid wordt en waar dan aan de andere kant een berg rijst uit komt. Hard werk, maar er komt geen enkel ogenblik ook maar enige stress aan te pas. Is ook wat voor te zeggen misschien.
Ik heb genoten van het rijden en van het "de weg kwijt raken". Ik wist dat ik niet echt verdwaald was, maar ik heb stukken gereden waar het pad zo smal werd dat ik mijn voeten moest optrekken, een stuk dat nog onder water stond en waar ik doorheen moest en een weggetje dat na 2 of 3 kilometer eindigde in een dorpje. Ik heb over bruggetjes gereden die de naam niet verdienden. Een bruggetje bestond uit gevlochten bamboe matten van 1,5 meter breed dat eindigde in het ondiepe gedeelte van het riviertje. De constructie eronder kon ik niet zien, maar hij hield het. Een ander bruggetje bestond uit 4 los aan elkaar gelegde planken. Een Zwitser die een stukje met me mee reed, durfde er niet goed over en stepte er stapvoets overheen. Ik ben van mening dat snelheid stabiliteit brengt, dus ik ging er in een rap tempo overheen, terwijl ik probeerde op 1 van die planken te blijven zonder uit balans te raken. Een derde brug was een zeer smalle hangbrug van houten planken, waar om de zoveel planken een stuk van ontbrak. Ik wist niet zeker of het een loopbrug was, of dat er ook motoren overheen konden, maar toen achter elkaar een pick-up en een minivan (met de spiegels ingeklapt) de oversteek maakten, ben ik er maar achteraan gereden.
Ik was om 17:00 weer terug om de brommer in te leveren. Ik heb nu (en onderweg ook al) verschrikkelijk zere polsen en vingers, omdat het zadel schuin naar voren afloopt en er dus ongeveer 9 uur lang een behoorlijke kracht vol op mijn polsen werd uitgeoefend. Had ik dat ervoor over? JA! Dit is waarvoor ik naar Cambodja en Laos kwam.
Morgen reis ik verder naar Luang Prabang.

vrijdag 13 november 2009

Vang Vieng

Ik ben om precies 09:30 vertrokken uit Vientiane en na een schitterende busrit met steile haarspeldbochten door het Karstgebergte, om 12:30 aangekomen in Vang Vieng. Ik was de enige die hier uitstapte. Vond ik op dat moment redelijk vreemd, maar achteraf gezien is het dat niet, want Vang Vieng is een stadje eigenlijk alleen voor toeristen. Dat was het vanaf de 70-er jaren toen de eerste toeristen deze plek ontdekten. Ik had gisteren en vandaag een heel goed gevoel over Vang Vieng. Ik heb er veel over gelezen en de meeste mensen adviseren om Vang Vieng te laten schieten, omdat het heel klein is en heel toeristisch en weet ik veel waarom al niet meer, maar vanaf het moment dat ik uit de bus stapte en het dorpje, omlijst door de ruige bergen in keek, was ik verkocht. Ik heb een mooi guesthouse gevonden met spectaculair uitzicht en ik ga morgen voor 50.000 kip voor een hele dag een brommert huren. Je krijgt er dan een kaart bij met alle bezienswaardigheden erop (grotten en watervallen enzo). Ben dan van 07:00 tot zonsondergang onderweg. Ik mag de brommer hebben tot 20:00, maar ik ben nog niet lebensmüde, dus voordat de zon onder is ben ik terug. Ik kan niet wachten!

Happy Poem

Ik ben zo gelukkig dat ik loop te zingen over straat
De dagen zijn hier heerlijk
van 's morgens vroeg tot 's avonds laat.

Ik heb plezier voor twee
vooral nu dat ik heb gepoept
en voor het eerst sinds een week... geen diarree.

Cynthia

donderdag 12 november 2009

Lokale bus

De lokale bus vertrok om 12:00 vanuit Pakse naar Thakek. Lokaal betekent dat er bijna geen buitenlanders in meereizen en als je die wel ziet, dan zijn die van het soort zonder geld of bijna door hun geld heen. Lokaal betekent ook geen airconditioning en maar piepkleine raampjes. 12:00 uur betekent bijna op het heetst van de dag en gegarandeerd zweten. Maar wat lokaal vooral betekent is de bevolking met al zijn voor mij vreemde gewoontes.
In Azië zijn zowel mannen als vrouwen gewend om als ze slijm in de keel hebben, dat al rochelend naar boven te halen en ergens met een boog naartoe te spugen. Mannen zijn hierin het meest goor. Daar kunnen onze voetballers nog een puntje aan zuigen. Ik heb dit tijdens mijn trip naar Wat Pho mis zien gaan bij de driver van de minivan op de weg terug. Zijn mooi glimmende minivan met airco en supersonische stereo met boom-bas-boxen en afstandsbediening. Hij had wat dwars zitten, zoefde zijn raam naar beneden en kwakte zijn fluim uit het raam. Dat dacht hij, want hij had het raam net iets te snel weer omhoog laten komen. Ik deed net of ik het niet zag, maar hij wist niet hoe snel hij zijn geblindeerde raam weer schoon moest poetsen. Maar goed. Terug naar de bus.
De chauffeur stopt elke zoveel uur even voor een plaspauze en om de benen even te kunnen strekken en die momenten worden door hordes verkopers aangegrepen om de bus te bestormen. Ik wist niet hoe snel ik mijn camera uit mijn tas moest trekken. Er wordt letterlijk geschreeuwd om aandacht voor hun producten. Ik zag hele gebraden kippen langs komen op bamboestokjes. 1 verkoper had dan een stuk of 8 stokjes in de handen. De kippen waren niet echt herkenbaar voor mij, omdat ze plat waren, maar ze roken wel lekker. Dan waren er nog de bamboestokjes met een soort sateetjes en bamboestokjes met 3 suikerige bolletjes en paddenstoelen en kleefrijst en weet ik veel wat al niet meer. Nu had ik een buurvrouw aan de overkant van het gangpad die blijkbaar teveel geld of honger had, want ze kocht werkelijk van alle verkopers iets voor haarzelf en voor haar kleindochter. Het begon met de 2 kippen met kleefrijst. Ik heb werkelijk nog nooit iemand zo snel een kip zien ontleden en wegwerken. Ik heb met alle verstand gekeken hoe zij het beest anatomisch correct uitkleedde en in haar mond propte. Aan haar manier van eten kon ik zien dat ze waarschijnlijk niet al te veel tanden meer had. Ze had een bal ter grootte van een tennisbal gemaakt van de kleefrijst en daar plukte ze steeds een stukje af, wat ze dan weer tot een kleiner balletje kneedde en dat ze samen met een stuk kip in haar wangzak drukte. Binnen 5 minuten waren kip en tennisbal verdwenen. De botjes en andere overblijfselen verdwenen uit het raam. Nu heb ik al begrepen dat het leven van de Cambodjaan en van de Laotiaan voornamelijk draait om eten, maar dit was belachelijk! Had ze het ene op, dan graaide ze in haar tas om te zien waar ze daarna aan zou beginnen. Een stuk fruit werd met een goed scherp (hoewel niet al te schoon) mes gepeld en in 2 happen was ook dat verdwenen. Kleindochter kon het tempo van oma niet bijhouden en haakte op een gegeven moment af. Ik heb aan het hele eetfestijn maar niet meegedaan, omdat ik mijn pas verworven status van "genezen" niet in gevaar wilde brengen.
Ik heb ook nog een bijna aanvaring gehad met de jonge man voor mij. Ik probeerde wanhopig om via het kleine raampje dat ik helemaal had open geschoven, zoveel mogelijk (hete) lucht binnen te krijgen, maar deze kerel had het koud. Hij had last van de wind. Nu durfde hij gelukkig niet zomaar het raam dat ik had open geschoven weer dicht te doen, daar was ie te beleefd voor. Hij trok eerst zijn trainingsjack (als een deken) achterstevoren aan. Dat hielp blijkbaar niet voldoende, want toen ik weer even was weggedommeld werd ik wakker van de hitte. Hij had in die paar seconden dat ik geslapen had het raam helemaal dichtgeschoven! Ik heb hem met de meest dramatische gebaren en uitdrukkingen duidelijk gemaakt dat ik dat niet zou overleven en toen ging het raam weer open. Hij was nog steeds erg ongelukkig in de kou en veranderde zelfs van stoel, maar waarschijnlijk was zijn zitplaats voor mij toch wel een bijzondere, want hij kwam al snel weer terug. Ik vond het allemaal wel zielig, dat dat jong om mij zulke ontberingen moest doorstaan, maar op dit punt kon ik gewoon niet toegeven. Nou ja, ik heb het raam 3 cm verder dichtgeschoven.

In de 2e lokale bus van vandaag maakten we een stop langs de kant van de weg waar wat stalletjes stonden. Ik zag wat verdachts liggen en besloot even te gaan kijken. Nu lag daar een nog niet zo heel lang geleden gedode reuzenstekelvarken met daar gebroederlijk naast 2 grijze eekhoorns, aan de andere kant geflankeerd door een stuk of 10 ratten, allemaal nog redelijk bebloed, doch in goede conditie. Ze werden voor mij nog even netjes gelegd, de eekhoorns kregen nadat ze recht waren gelegd nog even een aai over het velletje en ik kreeg als souvenir een stekel van het varken. Ik werd door een medepassagier gewezen op iets op een ander stalletje. Daar zat een nog levend leguaantje. Hij zat aan een pootje vast zodat hij niet weg kon. Ik heb foto's.

Verder is mijn relatie met bussen een heerlijke. Ik kan er zo goed slapen! Nou ja, het zijn iedere keer hazenslaapjes van een kwartier, twintig minuten, maar zooo lekker. De lokale muziek stond zo hard dat het op een doelgerichte actie leek om ons wakker te houden, maar dat mocht allemaal niet deren. Ik kan mijn ogen gewoon niet open houden. Hoe harder de bus schommelt en hobbelt, hoe eerder ik vertrokken ben.

Om samen te vatten: De afgelopen 2 dagen in lokale bussen en in het gezelschap van de lokale bevolking geven mij pas echt het gevoel dat ik in zuid-oost Azië ben.
Ik denk dat ik morgen verder reis van Vang Vieng, halverwege Louang Prabang en dat ik daar dan wat tijd neem om de omgeving te verkennen. Ik ben van plan om een brommer te huren. Ik heb er lang over nagedacht en dat moet het worden. Lekker zelf de natuur in.

Boven de radar

Zo, daar ben ik weer. Opgedoken in Vientiane, de hoofdstad van Laos. Ik heb een paar super goede dagen achter de rug. Zware, maar hele goede dagen. Het begon gisterochtend in Pakse. Ik merkte dat de antibiotica begonnen te werken. Was wel wat misselijk omdat ik nog bijna niet at en die zware tabletten niet op een lege maag ingenomen mogen worden (las ik later pas op internet), maar... geen diarree en geen krampen meer en ik voelde me gewoon krachtiger. Goed. Het laatste wat ik schreef was dat de bus vanuit Pakse naar Thakek om 20:00 zou vertrekken, maar dat wilde ik even zeker weten en na de lekkerste baguette sinds eeuwen vertrok ik in een super goede bui voor een verkenningsmissie naar het busstation. Daar bleek dat de VIP slaapbus om 20:00 uur vertrok, de local bus vertrekt gewoon ieder uur naar Vientiane (ook stoppend in Thakek). Ik heb me geen moment bedacht, ben met dezelfde tuktuk teruggegaan naar het guesthouse, heb mijn backpack gepakt, me uitgeschreven (kosten voor 3 nachten slechts 255.000 kip) en ben naar het busstation teruggegaan. Kaartje voor de 6 uur durende rit slecht 50.000 kip. Ik zal jullie niet langer in spanning houden: 1 euro is 12.600 kip. Ik kwam net na zonsondergang in Thakek aan en vroeg de tuk tuk driver om me naar mijn uitgekozen guesthouse te brengen. Die was helaas vol, dus toen maar naar een volgende. Dat was een backpackersguesthouse van het simpelste soort. Op zich niet erg, ik moest badkamer en toilet delen, maar dat ben ik wel gewend. Waar ik nooit aan zal wennen zijn beestjes en die waren er te veel. Gelukkig slaap ik meestal al voordat mijn hoofd het kussen raakt, maar deze keer heb ik de naden van mijn kamer goed afgeplakt met ducttape. Ik zag hier ook tot mijn enorme teleurstelling dat de Kong Lor grot waar ik naartoe wilde, maar liefst 196 km van Thakek vandaan ligt en dat de excursies die daarheen gaan voor minimaal 2 dagen zijn en meer geld kosten dat ik bereid was er aan uit te geven. Ik ben natuurlijk al een paar dagen "kwijt geraakt" in Siem Reap, dus dat dit geen dagtocht was en toch wel heel veel geld kostte en het feit dat het een dump van een guesthouse was, maakten dat ik ervoor heb gekozen om door te reizen. Ik lag om 22:30 in bed en was om 05:15 alweer wakker. Ik wilde geen minuut langer blijven, maar de manager die achter de receptie lag te slapen zei dat ik pas rond 07:00 een tuk tuk kon krijgen, dat het nog te vroeg was, maar dat maken we natuurlijk zelf wel uit. Dus om 06:03 liep ik daar de deur uit en om 06:08 zat ik in een tuk tuk op weg naar het busstation. Nadeel was wel dat ik sinds Pakse (de vorige ochtend) niets meer had gegeten, dus ik lustte wel wat, vooral nu alles weer normaal werkt. Op het busstation heb ik maar wat te snacken gekocht voor onderweg. De bus zou om 07:00 uur vertrekken en dat deed ie! Om 14:00 uur vanmiddag kwam ik aan in Vientiane en een uurtje later was ik ingecheckt in een redelijk guesthouse op de 6e etage of zo en dat valt niet mee na 2 zware reisdagen en in deze hitte. Maar, ik heb weer een plek waar ik met een gerust hart kan overnachten.
Nu heb ik een heel groot gedeelte, het belangrijkste gedeelte van de laatste twee dagen weggelaten, omdat dit gedeelte een eigen hoofdstuk verdient. Het begint misschien wat saai te worden, maar dat wordt het voor mij nooit: busreizen. In dit geval, de lokale bus met mij als enige buitenlander. Wait 'till you read this!

dinsdag 10 november 2009

Bolaven Plateau

Vandaag heb ik een excursie gemaakt naar het Bolaven Plateau. Dat ligt zo'n 85 km ten oosten van Pakse. Ik zag me dat om logistieke redenen niet alleen doen, dus ik heb een tour geboekt. We zaten met 5 man in een minivan. Een half uur voordat we vertrokken zag ik Ian en Ai op hun brommer voorbij rijden, ik wist dat ze ook naar het Bolaven Plateau gingen vandaag. De leden van mijn groepje waren een Laotiaans echtpaar dat al eeuwen niet meer in Laos woont en een Frans echtpaar. Ik merkte al vrij snel waarom ik nooit groepstours doe. Er was geen klik tussen ons vijven en zonder klik is het een lange dag in een ongemakkelijk gezelschap. De trip zelf had ik niet willen missen. Vanuit Pakse ging de weg aan een stuk door licht omhoog. We hebben in totaal 3 watervallen gezien, waaronder de "beroemde" Tad Lo waterval. Dat was behoorlijk spectaculair. Vooral toen ik op de rotsen tot helemaal aan de rand van een super hoge kon komen! Hoogtepunt van deze trip was een bezoek aan een traditionele gemeenschap, een klein dorpje waar de tijd lijkt te hebben stil gestaan. Hoewel, niet helemaal, ze hadden een satellietschotel. De varkens en de kippen scharrelden tussen de hutjes door en de (blote) kindertjes volgden ons in de hoop op een pen of wat geld. Dit was wel echte armoede hoor, het was ook allemaal minder schoon dan wat ik in Cambodja heb gezien. Er was 1 jongetje van een maand of 8 dat een oog miste. Op de plaats waar je zijn oog verwachtte was een afgrijselijk uitziende wond. Toch was die wond blijkbaar al "geheeld", want het joch had veel plezier in het spelen met zijn broertje. Er was ook een schooltje. Dit schooltje bestond uit een houten hut verdeeld in 3 lokalen met in alle lokalen een groot groen krijtbord. De kinderen hadden net middagpauze en ik kon even dollen met wat kinderen die niet naar huis konden om te eten. De kinderen in zowel Cambodja als in Laos dragen een schooluniform en het is best een contrast om te midden van zoveel armoede die keurig witte bloesjes en blauwe broeken en rokken te zien. Ik heb nog even een korte boodschap in het Engels op het bord geschreven. Vooral de 3 kusjes(XXX) vonden ze wel grappig. En toen zomaar op een mooie rode zandweg, zag ik de knalrood verbrande kop van Ian. Ikke gelijk het raampje naar beneden en roepen. De chauffeur stopte en ik stapte uit toen ik zeker wist dat ze mij hadden gezien en herkend. Was leuk. Ai vertelde dat ze een behoorlijk houten kont had van het zitten achterop de brommer. De laatste stop was bij een dorpje waar de vrouwen mooie sjaals weefden. Maar ik houd er niet van als je ergens wordt neergezet met als enige doel om te kopen. Dus ik ben redelijk snel terug gegaan naar de bus.
Er wordt gezegd van het Bolaven Plateau dat het er aangenaam koeler is dat in het lager gelegen Pakse, maar daar heb ik niets van gemerkt. Kan ook zijn omdat elke inspanning voor mijn verzwakte gestel teveel was, maar ik vond het nog allemachtig heet. Ik was om 17:00 weer terug op mijn kamer. Toch wel lekker hoor, die airco dan en de warme douche. Later nog even terug naar mijn vaste restaurantje voor mijn sneetjes toast en wie zaten daar... Ian en Ai hadden er een dag van 10 uur op de brommer op zitten en zaten te genieten van een overvloedige Thaise maaltijd. Zij gaan morgen door naar de 4000 eilandjes meer naar het zuiden en ik ga door naar Thakek. Helaas gaat de bus pas rond 20:00 uur, dus heb ik onverwacht nog een dag in Pakse. Die spendeer ik dan tot 12:00 uur (uitchecken) maar op mijn kamer.

Ondanks dat eten nog moeilijk gaat, (mijn hersenen hebben geen honger, maar dat weet mijn maag niet) voel ik me toch al wat beter, voornamelijk omdat ik de sproeipoep onder controle heb. Ik drink denk ik voldoende en vul de verloren mineralen en zouten aan. Nu de antibiotica nog de tijd geven om hun werk te doen.

maandag 9 november 2009

Wat Phou

Gelukkig slaap ik altijd goed, dus na een redelijk goede nacht heb ik besloten om vandaag toch op pad te gaan. Een excursie naar Wat Phou (spreek uit Wat Po), ongeveer 40 km van Pakse.
Ik had gelezen dat je er ook met de boot over de Mekong kunt komen en dat leek me wel wat. Ik zou om 08:00 opgehaald worden vanuit mijn guesthouse, maar om 10 over 8 ging ik maar eens kijken waar mijn tuk tuk driver bleef. Die stond lekker buiten op mij te wachten. Op naar de boot. Het was een kleine, simpele boot met houten bankjes, maar wel met een dak. De tocht zou anderhalf uur duren, dus dat moest mijn bum wel kunnen volhouden. Gelukkig kreeg ik van de driver een ruggesteuntje en een kussentje, dat scheelde. De boot zou iets over 8 vertrekken, maar ik denk dat de kapitein op meer klandizie wachtte, want het werd uiteindelijk 09:25 voordat we eindelijk vertrokken. Dat vond ik erg jammer, omdat ik dan op het heetst van de dag de ruïnes zou moeten bezoeken en ik wist niet of er ook geklommen moest worden. We zaten met 3 passagiers in de boot en beide andere passagiers moesten voor de eindbestemming thuis worden afgezet. Een van de medepassagiers was een stokoude man waarvan ik een awardwinning foto heb gemaakt. Hij moest afgezet worden op een stukje strand, maar vond de afsprong vanaf de boot net iets te hoog. Redder in nood was de kapitein, die het mannetje effekes onder de oksels greep en met een zwaai aan land zette. Daar moesten we alle drie hartelijk om lachen. Het oude menneke zonder tanden overigens. Schitterende kop! Aangekomen in Champassak moest ik nog vervoer vinden naar de tempel (Wat=tempel). Geen probleem, tuk tuks zat. Even onderhandelen over de prijs en daar gingen we. Kaartje gekocht en eerst de expositie van oude voorwerpen bekeken. Daar kreeg ik weer een heftige krampaanval, dus bovenop de 39 graden buiten, kwam nog eens het klamme zweet van de pijn. Die pijn trok de kracht in een oogwenk uit mijn lichaam. Gelukkig had ik mijn zakje vloeibare energie bij me en toen ik die op had en de kramp voorbij was, ging het wel weer.
Het naderde al wel het middaguur en de hitte was bijna niet te doen. Ik ontmoette daar een echtpaar dat ik vanochtend bij mijn guesthouse had gezien en zij herkenden mij ook. Ian uit Wales (spreek uit Jaan) en zijn vrouw Ai uit Thailand. Ian moet zo rond de 55 zijn denk ik. We besloten om samen de ruïnes te gaan bekijken. Ian had zeer veel moeite met de hitte en moest op een gegeven moment rust nemen, omdat hij de uitputting nabij was. Gelukkig had ik Pringles gekocht voor als ik zelf zout nodig zou hebben en daarmee ging het na een poosje wel weer.
Ik had gelukkig mijn in Bangkok gekochte knalgroene zweetdoekje bij me en die heb ik doordrenkt met water op mijn hoofd gedrapeerd. Iedere keer weer bijgieten en zo voorkwam ik een zekere zonnesteek. Het werd wel weer klimmen naar de mooiste tempel, maar zoals iedereen die naar beneden kwam al voorspelde, was de klim zeker de moeite waard.
De terugweg was een heel ander verhaal. Ik wilde niet met de boot terug en ik had begrepen dat ik vanuit de aanlegplaats van de boot ook met het veerpont naar de overkant van de rivier kon gaan en van daaruit een bus terug naar Pakse zou kunnen nemen. Er zouden bussen genoeg gaan. Dus: Met dezelfde tuk tuk terug naar de waterkant (zat bij de prijs in) en wachten op het veerpont. Daar moet je de foto's van zien om te geloven hoeveel bussen, trekkers, brommers en individuen zoals ik op dat kleine veerpontje gestouwd werden. Ik moest heel even denken aan de "Herald of free Enterprise" (maar hopen dat ie de laadklep niet per ongeluk open liet staan). Uiteraard ging het allemaal goed, tot bleek dat die bussen naar Pakse helemaal niet zo regelmatig lopen als gezegd was. Ik kon geen lift krijgen van de toeristenbussen en daar stond ik dan. Bloedheet, krampend en met een knallende koppijn. Gelukkig stopte na ongeveer 5 minuten een minivan die probeerde de hoofdprijs aan mij te verdienen. Toen ik hem zei dat ik dan nog liever ging lopen en ook weg liep, werd ie realistischer. Gelukkig had zijn van airco en als ik mijn hoofd maar helemaal stil hield was de rit nog aangenaam ook. Om 15:30 was ik weer terug in de airco van mijn kamer. Eerste wat ik gedaan heb was 2 molltjes nemen en anderhalf uur slapen. Ik moet zeggen dat ondanks mijn ongemakken, ik vandaag een fantastische dag heb gehad.
Na spoedberaad met mijn persoonlijke nurse (tante Malva), ga ik vanaf vanavond voor de komende 5 dagen aan de antibiotica.
Morgen heb ik een excursie gepland naar het Bolaven Plateau en overmorgen trek ik verder naar Thakek.
Tot morgen.

zondag 8 november 2009

Krank

Ik zeg net tegen mezelf: I told you so!
Ik heb het te pakken hoor. Hevige darmkrampen en lekker aan de dunne. Gelukkig heb ik voor elk symptoom een remedie bij me, maar leuk is anders. Ik eet voortaan alleen nog "westers" eten. Eten dat ik herken en waarvan ik met enige zekerheid kan zeggen dat het veilig is. Het eten in Lao is trouwens een stuk scherper dan dat in Cambodja. I don't like that one bit!

Ik ben nu in Pakse in de Peoples Republic of Laos. De bustocht duurde geen 7 uur, maar dankzij een stevig doorjakkerende buschauffeur slechts 6.
Nog wel even een interessant verhaal over het oversteken van de grens. Ik had gelezen dat de ambtenaren aan de grens 1 of 2 dollar vragen voor zogenaamde transactiekosten. Smeergeld dus en dat je daar door om een kwitantie te vragen onderuit kunt komen. Ik was strak van plan om dat te gaan uitproberen.
De grensovergang bestaat uit 2 hefbomen en aan beide kanten van die hefbomen een hutje. Eerst ga je naar het eerste hutje (vertrekpunt voor Cambodja), laat je je papieren zien en betaal je je dollar. Ik zei tegen die beambte dat ik een receipt nodig had. "No receipt" zei hij stug, maar gaf me mijn gestempelde paspoort terug en weg was ik. In de bus had ik kennis gemaakt met een Duitser. We waren lekker aan de praat geraakt en eenmaal bij de grens vertelde ik hem over het dollarverhaal en hoe je daar onderuit kunt komen. Hij had echter al betaald, net als verder iedereen. Goed, op naar het volgende huisje (het entreepunt voor Lao). Mijn Duitse vriend zei dat hij het ook ging proberen. Eerst een heleboel papieren invullen en dan naar het raampje om de stempels te krijgen. "2 dollar". Hij ging eerst, maar hij was bloednerveus. Hij begon te stotteren dat hij een receipt wilde en dat ie geen geld had en dat ie het ook allemaal niet meer wist en ik zag mijn kansen op een goede afloop snel in rook opgaan.
Ik had inmiddels mijn paspoort ook afgegeven en om een receipt gevraagd. Toen werd die beambte pas echt pissig. Hij legde ons beider paspoorten op elkaar ergens in een hoekje, zo van: eerst betalen, dan paspoort. De Duitser deed het bijna in zijn broek en vroeg zijn reisgenote om alsjeblieft voor hem te betalen. Ik hield stoer voet bij stuk. Ze konden me moeilijk daar houden bij die grenspost in the middle of nowhere. De bus stond op ons te wachten en het was al bijna helemaal donker. We waren wel de laatsten van de bus die nog niet klaar waren. Uiteindelijk na een minuutje of 3-4 kreeg ik zonder problemen mijn gestempelde paspoort terug. Ik heb niet afgewacht of de Duitser nu heeft betaald of niet. Ik neem aan van wel, omdat ik zijn reisgenote een pak geld tevoorschijn zag toveren. Als het erop aan was gekomen had ik heus wel betaald, het was tenslotte maar 3 dollar, maar ik wilde proberen of het klopte wat ik gelezen had. Het klopte. Ik heb me later nog bij hem verontschuldigd voor het feit dat mijn acties hem een paar benauwde ogenblikken hebben bezorgd.
Je moet weten dat ik ook gelezen heb dat het beambte zijn van een grenspost meer een soort ceremoniële functie is die niet of nauwelijks wordt betaald. Geen wonder dat ze op allerlei manieren proberen om aan geld te komen. Als je echter zo eens optelt wat ze vangen met een paar bussen per dag (ik weet niet of ze ook geld vragen aan de lokale bevolking), dan kan het toch nog wel aardig oplopen. Anyway... avontuur met succes doorstaan. Ik moet je eerlijk zeggen dat ik de busrit spannender vond. Vooral het laatste gedeelte in het pikkedonker op een weg waar 2 auto's elkaar maar net kunnen passeren en die alleen verlicht wordt door de koplampen van het verkeer en dan is verkeer een groot woord. Het was onze bus en heel af en toe een brommer, auto of vrachtwagen, met of zonder verlichting. Toch blijken de bussen hier van uitzonderlijke kwaliteit, want hoewel er in het begin een lekkage was van benzine die de bagageruimte in stroomde (niet over mijn rugzak) en in de vorige bus de airco uitviel, blijkt het met de constructie wel mee te vallen. Het is meer het andere verkeer dat een gevaar vormt. Ik heb een vrachtwagen gezien die probeerde uit te wijken, naar rechts stuurde en gewoon rechtuit bleef rijden. Dat soort dingen moet je dan niet hebben natuurlijk.

PS: Ik ben blij u te kunnen mededelen dat ik tijdens het schrijven van dit stukje geen krampen heb gehad (klop klop). Het kan zijn dat ik een poosje van de straat blijf om helemaal te herstellen, maar als ik me goed genoeg voel, zoals nu, dan zie je me binnenkort weer.
Ik heb bij aankomst in Pakse 3 verschillende guesthouses bezocht voordat ik er 1 vond waarin in zou willen overnachten. Ook over dat guesthouse was ik niet echt tevreden, dus ik ben gisteravond nog op zoek gegaan naar een andere. Ik vond een veel betere net om de hoek, maar ik had al ingecheckt en vond het de moeite niet om nog te verhuizen. Vanmorgen om 7 uur ben ik volledig verstijfd en met een zere heup van de plank waarop ik sliep uitgecheckt en heb me in het guesthouse om de hoek laten inchecken. Blij dat ik dat gedaan heb, want dat is een plek waar ik met een gerust hart 1 of 2 dagen kan uitzieken. Ik heb airco, heet water en kabel tv.

zaterdag 7 november 2009

Kids

Wat ik niet snap van Cambodjaanse kinderen, is dat ze niet allemaal net zo dik zijn als Amerikaanse kinderen. Ze snoepen hier werkelijk de hele dag. De ene verpakking is nog niet weggegooid, of de andere wordt alweer open getrokken en wanneer de bus stopt voor een korte break, dan wordt er gelijk weer een nieuwe voorraad lolly's, koekjes, chips en snoepjes ingeslagen. Onnodig te zeggen dat de gebitten van een heleboel kinderen hier er afgrijselijk uitzien. Ik zat naast een jongetje van een jaar of 5 die al van alles achter zijn kiezen had, toen hij er last van kreeg. Moeder moest helpen om iets dat ergens in zijn gebit vast zat, met haar nagels te verwijderen. Toen zag ik ook zijn inmiddels volledig verrotte melkgebitje. Moeder is wel 5 minuten bezig geweest om wat het ook was dat hem dwars zat, van of uit zijn tanden te peuteren. Ik denk dat alleen het feit dat er hier nog geen fast food is - en waar het wel is, is het voor de gewone man niet te betalen - de reden is dat het met de zwaarlijvigheid van de kinderen nu nog wel meevalt. Wat je wel ziet, is dat hoe meer geld de ouders hebben, hoe dikker de kinderen vaak zijn.

Hoewel ze volstoppen met snoep natuurlijk niet de meest ideale manier is om je kinderen te tonen dat je van ze houd, of om ze zoet te houden, zie ik van zowel vaders als moeders veel liefde voor hun kinderen. De vaders hebben over het algemeen een heel actieve rol in het leven van hun kinderen, zowel op het platteland als in de stad. Je ziet ze vaak lopen met een kleintje op de arm, of voorop de brommer. Vaders gaan ook mee naar het ziekenhuis wanneer een kleintje medische hulp nodig heeft.
Ik zag bij het kinderziekenhuis in Siem Reap veel vaders in de rij staan en dat waren behoorlijk lange rijen. Als ik het goed begrepen heb is de betaalde zorg van zo laat tot zo laat, en voor wie de zorg niet kan betalen is er van zo laat tot zo laat gratis hulp beschikbaar. Op die tijden staat het verkeer daar helemaal vast. De rijen staan tot ver buiten de poorten van het ziekenhuis. Er is zelfs een slagboom om af en toe het verkeer van de doorgaande weg te stoppen, zodat een stoet zieke kinderen richting ziekenhuisingang kan oversteken.
Ik heb inmiddels een zwak ontwikkeld voor Cambodjaanse kinderen, voornamelijk omdat ze niet zeuren en dreinen. Ze zijn puur en lekker nieuwsgierig. Natuurlijk is er wel weer een uitzondering voor de kinderen die bij toeristische attracties wonen en werken, maar ook die kan je met een beetje humor en omgekeerde psychologie best hebben.

Op dit moment is er nog geen onderleeftijdsgrens voor het besturen van een brommer. Ook is er geen rijbewijs voor nodig. Gevolg: Je ziet hier kinderen van een jaar of 9-10 met 1 of 2 nog kleinere broertjes of zusjes achterop naar school rijden. Op het platteland zie je dat meer, omdat er in de grotere steden toch wel iets meer controle is op dit soort levensgevaarlijke situaties. Officieel is de regel dat de chauffeur een helm op moet, voor passagiers is dit niet verplicht, maar die hele kleintjes trekken zich daar over het algemeen helemaal niets van aan. Ziet er wel schattig uit, zo'n kliekje jonkies op zo'n brommer, leuk voor een foto, maar vragen om enorme problemen natuurlijk.

Wat mij ook opvalt, is dat veel van de hele kleintjes gewoon lekker in hun nakie rondlopen. Ook dit zie je weer meer op het platteland, maar in de stad is het ook geen ongewoon beeld om peuters en kleuters volledig naakt te zien rondlopen. Zo heerlijk natuurlijk en zonder gêne.

En dan heb je nog de straatschoffies die in hun totaal versleten en potzwarte kloffie de straten en prullenbakken langs gaan om te kijken of er nog iets van hun gading bij is. Meestal hebben ze een grote zak bij zich en zijn ze op zoek naar plastic. Dat leveren ze dan ergens in en daar krijgen ze dan weer een paar centen voor. Ze hebben er een dagtaak aan. Wat opvalt, is dat het geen bedelaars zijn. Je ziet ze lopen alleen, maar meestal in kleine groepjes en ze zijn of serieus aan het "werk", of ze zijn lekker met elkaar aan het dollen. Ze lijken apart van de samenleving hun eigen wereldje te hebben. Ze zien er, wanneer je in hun gezichtjes kijkt, zonder uitzondering allemaal ouder uit dan hun postuur doet vermoeden.

Ik ben benieuwd of de kinderen van Laos vergelijkbaar zijn, of juist helemaal niet.

Kratie

Vanmorgen uit gewoonte al vroeg wakker en lekker rustig mijn ding gedaan. Daarna een ontbijtje gehaald bij een Amerikaan uit Chicago. Gisteren was het donker toen we aankwamen, maar vanmorgen heb ik een allereerste blik kunnen werpen op de machtige Mekong. Kratie is een beetje een vergeten stadje. Je ziet er nog restanten van de al lang vergane glorie van wat eens een bloeiend Frans kolonialistisch handelsstadje is geweest. Nu is het voornamelijk een plek waar je kunt overstappen op de bus naar Laos en de meeste toeristen - inclusief mijzelf - blijven hier niet langer dan noodzakelijk.
Ik moet er wel bij zeggen dat de aanblik van de Mekong wel wat met me doet. Hij is zo duidelijk majestueuzer dan bijvoorbeeld de Tonle Sap of welke andere rivier dan ook hier in Cambodja. Hij moet in orde van grootte dan ook vergeleken worden met de Nijl, de Yangtze en de Amazone. Ik ontmoette tijdens het ontbijt Andrea uit Australië en zij had prachtige foto's gemaakt van de ondergaande zon over de Mekong hier net aan de overkant. Gelukkig stroomt de Mekong ook volop in Laos, dus ik krijg mijn kans ook nog wel.
Ik ga vanmorgen besteden met het "ontdekken" van Kratie en dan stort ik me na een laatste hete douche maar weer in het grote avontuur dat "busreizen door Cambodja" heet. Ik verwacht om 21:00 uur lokale tijd in Pakse aan te komen. Ik blijf een paar dagen in Pakse, omdat ik van daaruit het Bolaven Plateau wil bezoeken.
I'll be back.

PS: De warmteblaartjes zijn alweer bijna weg en met mijn teen gaat het ook goed.

vrijdag 6 november 2009

De bus

Ik zit voor de computer met een enorm gevoel van opluchting. Ik heb een bustocht van 10,5 uur overleefd. Ik werd vanmorgen om 06:40 opgehaald bij mijn guesthouse en naar het busstation gebracht. Daar vertrokken we om 08:00 uur voor het eerste gedeelte van de rit naar Kratie(spreek uit Kraché). De weg op dit stuk is echt heel slecht met veel gehobbel en rustig een puzzeltje doen heb ik na een kwartiertje maar opgegeven. Het werd rond een uurtje of 09:30 al echt heet en dat was precies het moment waarop de airconditioning het definitief begaf. Vanaf dat moment was het een kwestie van heel rustig blijven en deppen wat er te deppen viel. Ik kreeg ook allemaal hele kleine warmteblaartjes op mijn armen. Uiteindelijk na ongeveer 5 hete en hobbelige uren bereikten we Kampong Cham. Ik had ondertussen kennis gemaakt met een Nieuw Zeelandse, een Engelsman, een Duitser, een Italiaanse en 3 Fransozen. De Fransozen (3 vrienden) en de Nieuw Zeelandse en haar Engelse partner gingen ook naar Kratie, dus we hebben elkaar een beetje opgezocht. In Kampong Cham moesten we opverstappen op de bus naar Kratie, dus wij met z'n 6-en uit de bus en onze backpacks uit het vooronder gehaald. Toen allemaal met backpacks weer terug de bus in, omdat onze aansluiting naar Kratie vanuit een ander gedeelte van de stad bleek te vertrekken. Ik dacht op een gegeven moment dat Kampong Cham toch wel een behoorlijk grote stad moest zijn, omdat we alweer dik 10 minuten aan het rijden waren en nog steeds niet bij de andere bushalte waren. Ondertussen werd het ook steeds dunner bevolkt tot het wel duidelijk was dat we buiten de stad zaten. Opeens in the middle of nowhere net voor een brug bij wat verlaten etensstalletjes stopte de bus aan de kant van de straat en werden we vriendelijk verzocht uit te stappen. Behoorlijk verbaasd en toch ook wel wat ongerust stapten we uit. De buschauffeur en zijn bijrijder spraken beiden geen engels en dan is het moeilijk achterhalen wat nou de bedoeling was. Na een hele aflevering hints kwamen we er achter dat dit toch echt de plek was waar de aansluiting naar Kratie zou komen. Gelukkig bleef de bijrijder bij ons in de buurt. We giebelden een beetje, maakten wat flauwe grapjes (ik voornamelijk) en maakten het ons maar gemakkelijk achter de stalletjes op de bamboe vlondertjes. Warempel, ongeveer 45 minuten later kwam er een bus die nog stopte ook. De bus naar Kratie had gelukkig wel airco, maar ook een chauffeur die ik vanaf het begin al niet helemaal vertrouwde. Reden: Hij gebruikte wel heel vaak een neusinhaler, zo'n Vicks stick. Sommige van die dingen bevatten een stof waar je raar van kunt worden en waarbij het besturen van een voertuig wordt afgeraden en laat die man dus nu net de buschauffeur zijn! Ik kreeg gaandeweg steeds meer het idee dat ik gelijk had, want hij reed als een beest. Veel te hard en de weg van Kampong Cham naar Kratie is nog veel slechter dan het eerste gedeelte! Hij scheurde zo hard langs kleine schoolkinderen op hun fietsjes en zo dicht langs koeien en waterbuffels, dat wij collectief de adem inhielden. En tuuteren. Mijn God, ik heb voor de rest van mijn leven genoeg getuuter gehoord. Hij had die toeter laten opvoeren en dat ding maakte nu zo'n kabaal dat de schrikreacties van het overige verkeer alleen al zorgden voor levensgevaarlijke situaties. Het zou allemaal nog te overzien zijn geweest, als ie niet zo verrekte hard reed. Door de hoge snelheid kon hij de conditie van de weg een paar meter voor hem niet meer zien. Een keer gingen we zo hard over een verkeersdrempel dat eerst beide voorwielen en een seconde later beide achterwielen helemaal los van de grond kwamen. Hier is niets van overdreven! We lachten maar, maar als zelfs de bijrijder zich met 2 handen vastgrijpt aan alles wat maar enige stevigheid biedt en voorzichtig eens naar de chauffeur kijkt, dan knijp ik hem ook stiekem wel. Een andere keer ging hij zo hard door een groot gat in de weg dat ik even dacht dat hij as en wielen in het gat had achtergelaten en dat we op de buik verder zouden schuiven. Wat een klap.
En toen ging het regenen en toen werd het langzaam donker en toen was ik onze lieve Heer heel dankbaar dat we over waren.
Voor je beeldvorming: De bussen hier zijn gewone touringcars zoals wij die ook kennen.
Gelukkig heb ik na even zoeken een prima guesthouse met hete douche, dat was een cadeautje aan mezelf. Ik ga tot mijn vertrek om 14:00 morgen 20 keer douchen!

donderdag 5 november 2009

Feest

Was ik bijna nog vergeten te vertellen over het feestje van Jamie gisteren. Ik was er zo rond 20:00 uur, na beide massages en een stop in het internetcafé. Ron was er niet (te dronken), Jamie had weinig tijd voor me en de dames achter de bar hadden het te druk voor een spelletje 4-op-een-rij of pool. Verder was het op dat tijdstip nog niet echt druk. Dan zit daar J.J. Vriendelijke Ier die wel in was voor een praatje. Hij werkt voor een farmaceutisch bedrijf dat medicijnen ontwikkelt voor/tegen Alzheimer. Dus dat werd een interessant gesprek. Blijkt dat er in Ierland geen speciale opvanggelegenheden zijn voor dementerenden! Ondertussen was de bbq gereed om gebruikt te worden en ik heb me Jamie's speciaal uit Australië geïmporteerde hotdogvlees goed laten smaken. Werd wel tijd ook, want ik had nog niet veel gehad. Na mijn hotdog heb ik mij rond 21:30 verontschuldigd.

Weet je wat vreemds is, Ron is rond de 50, vader van in ieder geval 1 zoon. Hij woont officieel geloof in nog in Australië, maar zwerft het liefst al drinkend en wiet rokend rond in Zuid-Oost Azië. Danny (Phnom Penh) is ook zo rond die leeftijd met 1 of meer kinderen en doet hetzelfde! Zal de midlifecrisis wel zijn. Ik moet wel zeggen dat het in geen enkel geval gefrustreerde mannen zijn. Of je het nu met hun levensstijl eens bent of niet, ze doen wat ze het liefst doen en zijn ontspannen en prettig in de omgang. Ik luister graag naar hun verhalen, tips en wijsheden.

Massage Lady?

Gisteren ben ik gezwicht voor een voetreflexmassage. Ik dacht, na een lange dag achterop de brommert... hmmm lekker de voetjes verwennen. Ik dacht verkeerd. Het moet potjandorie ook altijd pijn doen! En ik overdrijf niet, want ik heb een redelijk hoge pijngrens. Ik zei tegen mijn masseuse dat ik net van de tempels kwam en dat mijn voeten nogal vies waren. Geen probleem, die worden eerst gewassen, maar volgens mij moet ze gedacht hebben dat ik ze de laatste 3 weken niet meer gewassen had, want ze zette mijn arme pootjes in bijna kokend water. Ze kreeg een flinke schoer door de benen van het massageoverste toen ik mijn voeten met een ruk weer uit die bak trok. Aldus de eerste test van mijn pijngrens. Vervolgens zetten ze haar knokkels in mijn voetzolen en ik dacht nog: "Ontspannen, niet laten zien dat het zeer doet, went wel". Dat moet haar hebben laten denken dat het allemaal nog niet hard genoeg ging, want ze deed er vrolijk nog een schepje bovenop. Toen ik daarop de oogjes open deed en eens keek of ze misschien dacht dat ze Margreth Thatcher (the iron lady) in de stoel had liggen, glimlachte ze vriendelijk en nam wat gas terug. Ook de ruimte tussen mijn tenen werd niet vergeten. Helaas is er alleen geen ruimte tussen mijn kleine teen en die ernaast en al helemaal niet als je probeert er een duim tussen te krijgen. Gevolg: een scheurtje. Dat moet ik zien snel weer dicht te krijgen, want het water dat hier uit de douchekraan komt is dus niet het allerschoonste en een flinke infectie is hier zo opgelopen. Gelukkig hebben we de antibiotica nog. Al met al een wisselend positieve ervaring.

Om daarvan wat bij te komen, ik had nog wat tijd voor het feestje van Jamie, ben ik voor de laatste keer langs mijn vriend mr. Zmate gegaan voor een laatste behandeling van mijn rug, schouders en nek. Hij moet het zielig hebben gevonden dat ik het nu een hele poos zonder massage moet stellen, want hij ging er harder tegenaan dan ooit tevoren. Toch blijf ik - als rasechte masochist - dit de lekkerste vorm van marteling vinden die ooit is uitgevonden.

Sunrise!

Gelukt! Vanmorgen voor de 2e keer om 04:30 opgestaan en om 05:00 op pad. Deze keer een heldere sterrenhemel, dus met die sunrise moest het wel goed komen. Ik stond al heel snel op hetzelfde plekje als eergisteren, zo rond 05:15. Uiteindelijk kwam de zon om 06:24 op. Al was ie om 08:35 op gekomen, dan was ik nog geduldig blijven wachten. En wat was het de moeite waard. Ik moet wel 100 foto's hebben genomen en dat was alleen nog maar vanaf mijn vaste plekje. Toen de zon eenmaal op was vanuit mijn standplaats, haastte ik me naar beneden naar het water van de grote vijver waar, als de zon daar over de torens van Angkor Wat opkomt, het hele schouwspel dubbel te zien is. Ook daar zo'n 50 foto's geschoten volgens het alom geroemde principe: Nooit geschoten...
Mijn dag kon al niet meer stuk. Toen weer terug naar Ta Prohm (Tomb Raider) om daar de mooiste plaatjes nog eens over te schieten met wat meer zon dan de vorige keer.
Ik voeg het kaartje toe van alle Angkor tempels en gebouwen. Dan heb je ook enig idee hoe groot het allemaal is. Die 3-daagse pas was echt niet overdreven!
De mooiste tempels vond ik: Ta Prohm, Angkor Wat en Bayon. Nu ben ik al niet zo'n museummens, dus na een stuk of 7-8 tempels had ik het wel gezien. Ik vind het contact met de bevolking en hen bezig zien in hun dagelijkse leven (exclusief het op zeurderige toon proberen te verkopen van prullaria) altijd het mooiste van mijn reizen en dat zoek ik ook zoveel mogelijk op, hoewel ik ook wel weet dat dit er rond een van de meest magische plekken op aarde niet echt in zit. Maar daarvoor wacht mij Lao nog.

Helaas in een minder goed humeur afscheid genomen van Sai. Ging over geld natuurlijk. Hij vond, die ie meer moest hebben en ik niet. Om een lang verhaal kort te maken, ik heb aan het langste eind getrokken en heb hem met een toch niet onverdienstelijk bedrag achter gelaten. Dit was geen geval van "voor een dubbeltje op de eerste rang", maar ik zal me ook niet laten afzetten, Ich bin kein Japaner! Om 10:20 zat ik bij de Blue Pumpkin aan mijn verlaat ontbijt.

woensdag 4 november 2009

Kbal Spean

Vandaag bestond het grootste gedeelte van de dag uit de rit naar het ± 40 kilometer buiten Siem Reap gelegen Kbal Spean. Het verhaal achter deze prachige plek is dat de toenmalige koning Suryavarman I in de 11e eeuw deze bron in de bergen liet versieren met afbeeldingen van mythologische Hindu figuren, goden en dieren. Een belangrijke versiering zijn ook de zogenaamde "Linga's". Dit zijn ongeveer 1000 in een strak patroon in de bodem van de rivierbedding gesculpte hobbels, vaag te vergelijken met onze kinderkopjes. Men geloofde dat de Linga's het water van de rivier "East Baray" vruchtbaar maakte en daarmee de rijstvelden van heel Cambodja.
Het was ongeveer drie kwartier stug doorklimmen om bij de "site" te komen, maar goed te doen. Het weer werkte vandaag super mee. Stapelwolkjes (goed voor de foto's) en geen regen (goed voor mij). Eenmaal boven kon ik me vergapen aan een schitterend stukje bouwkunde en architectuur van een volk dat terug gaat tot het begin van onze jaartelling.
De weg van beneden naar boven loopt dwars door de jungle. Toegegeven, er is een mooi pad vrij gemaakt dat nauwkeurig bladvrij wordt gehouden door Mien Dobbelsteen, maar het blijft jungle. Wacht maar tot je mijn foto's ziet.

De rit naar Kbal Spean toe was net zo uitzonderlijk als de plek zelf. We reden langs vele grote en kleine rijstvelden, ik zag waterbuffels en heel veel traditionele Cambodjaanse huisjes, vaak met een paar kleine kinderen die daar aan het spelen waren. Die huizen zijn allemaal gebouwd op palen. Tegen overstromingen tijdens het regenseizoen zou je denken, maar nee. Dat is omdat het vee meestal onder het huis verblijft en omdat er nog wel eens ratten rondscharrelen. Ik heb kleine zoete banaantjes van een stalletje langs de straat gekocht en ik heb me een lekkere ananas in stukjes laten snijden. Ondertussen maak je zo mooi contact met de lokale bevolking die, als ze er maar eenmaal achter zijn dat je geen souvenirs komt kopen, oprecht geïnteresseerd zijn in die gekke lange vrouw achterop die brommer. Helemaal als die vrouw dan ook nog foto's van je maakt en je jezelf op het kleine schermpje terug kan zien. Ik heb zo een 2 jarig meisje en haar iets oudere broertje een hele tijd bezig gehouden.

We zijn nog gestopt bij het landmijnmuseum. Dat wordt gerund door een man die op zijn tiende werd ingelijfd door de Rode Khmer en veel voor hen heeft gemoord en getuige is geweest van veel meer moorden. Hij gaf toe verantwoordelijk te zijn voor het leggen van duizenden mijnen. Nu wijdt hij zijn leven aan het opruimen van deze stille sluipmoordenaars. Elke dag zie je op straat de gevolgen van de vele miljoenen mijnen en bommen die nog steeds her en der te vinden zijn; mensen met de meest verschrikkelijke verminkingen. De meerderheid van de munitie is geconcentreerd langs de grens met Thailand (terugtrekkende Rode Khmer) en langs de grens met Vietnam (bekend). Er waren in het museum voorbeelden te zien van alle soorten bommen en mijnen die in de oorlog met Amerika en tijdens de burgeroorlog (1975 - 1979) zijn gebruikt, aangevuld met de foto's van hun slachtoffers. Dat wil je NIET weten.

Om met positief nieuws te eindigen: Fried noodles with eggs. Nummer 3, maar wie telt er nog. Dit vond ik echt lekker! Krijgt zeker een vervolg. Vanavond niet, want dan is het feestje (met bbq) van Jamie.

dinsdag 3 november 2009

w.v.n.t.t.k.

Ik heb gisteren mijn eerste Cambodjaanse maaltijd gehad. Het was rijst met gefrituurd varkensvlees met komkommer en tomaat. Het was getverderrie nog lekker ook! Ik heb zelfs gebruik gemaakt van het dubieuze sausje dat erbij geserveerd werd. Een Engelsman van de sportbar had het me aangeraden. Ik ben niet ziek geworden ondanks dat ik het niet weggespoeld heb met cola!
Ik ga proberen om vanavond nog iets avontuurlijker te worden.

Ik heb net mijn haren laten knippen (tondeuzeren) door een kapster uit de straat. Ze vond het geweldig mij te mogen snoeien! Ik vond het geweldig om weer lekker kort te zijn. Was vreemd om mezelf weer eens in de spiegel te zien. Dat is ook bijna een week geleden!

Morgen komt Sai me om 07:00 uur ophalen en overmorgen weer om 05:00, want ik mot en ik zal die zonsopkomst over Angkor Wat zien!

Opoe is gearriveerd. Precies op het moment dat ik met open mond Angkor Wat stond te bewonderen. Ik zal je de bloody details besparen.

Vanavond mijn 2e Cambodjaanse gerecht gegeten, Amók. Dat is kleefrijst met kip, varken of garnalen. Ik heb garnalen gedaan. Die zitten in een schaaltje met allerlei vreemde groentes en kokosmelk. Ik heb het bijna helemaal opgegeten. Ik ben er niet aan overleden, maar ik doe het ook niet weer. Don, my new best mate, weet een Duitser met een goed bbq-restaurant. Dat is dan voor morgen.

Angkor

Vanmorgen om 04:30 opgestaan om de zon te zien opkomen over Angkor Wat. Mijn driver's naam is Sai en hij is alleraardigst. Belangrijker nog, hij stond stipt om 05:00 uur op me te wachten. Hij was, merkte ik, alleen niet van plan om ook te gidsen zoals Soond dat wel deed. We vertrokken uit Siem Reap met een drupje regen en toen we 6,5 kilometer later bij de ticketbox aankwamen, besloot ik toch maar om mijn regenponcho aan te trekken. Tussen haakjes, ik draag hierbij de Xenos officieel voor voor de nobelprijs voor de vrede. Mijn vrede, want ik heb hun poncho niet meer uit gehad. Het heeft gegoten van 04:30 tot - ik zweer het - 14:30 toen ik bij The Blue Pumpkin zat bij te komen met een tosti en een paar bakken thee. Toen werd het droog. Mijn teentjes lagen helemaal verschrompeld in mijn Teva's en ik had een heet hoofd van het rijden achterop de brommer (wrijving ofzo) en koude armen van het klam-vochtige klimaat onder de poncho. Net zoals alle andere toeristen die daar waren hadden we onze pas al gekocht, dus er was geen ontkomen meer aan. Ik heb een 3-daagse pas voor vandaag, morgen en overmorgen, dus daar ging mijn gedroomde zonsopkomst. Ik ben er het langst van iedereen op blijven wachten, maar toen ben ik maar gaan lopen om, zoals een Duitser naast mij terecht opmerkte, "die Japaner vor zu bleiben". Ik heb tot op heden de zon nog niet gezien. Maar luister; mij hoor je echt niet klagen hoor. Het mag misschien zo lijken, maar wie mij goed kent, weet dat als ik echt klaag, dat heel anders klinkt.
Zoals Johan zegt hep elk nadeel z'n voordeel en mijn voordeel was dat met een bewolkte lucht ook heel goed te fotograferen is en daarbij zijn "die Japaner" een constante bron van hilariteit. Ze poseren werkelijk overal voor en in de meest vreemde standjes. Soms moest ik wel 20 minuten wachten voor dat ene plaatje omdat de ene na de andere Japanse groep van een man of 15 precies daar gingen poseren, waar ik ze net niet kon gebruiken. Met zoveel toeristen op 1 plek is het vaak een kwestie van de langste adem, maar het is me elke keer gelukt om het plaatje te schieten dat ik wilde hebben. Vooral bij de tempel waar ook de film "Tomb Raider" is opgenomen, met die boomwortels die door de muren heen groeien, was het lang wachten. Vreemd genoeg waren veel toeristen slecht of niet voorbereid op het slechte weer ondanks het feit dat we nog in het staartje van het regenseizoen zitten. Er kwamen dus veel verzopen en slecht gehumeurde avonturiers voorbij. Je kon voor 1 dollar wel een plastic regenponcho kopen, maar dat zijn van die dingen - je kent ze wel - die al scheuren als je er naar kijkt en helemaal onbruikbaar worden als je ze aantrekt. Ook al die (nieuwe) dure Nike sportschoenen waren al snel gedegradeerd tot afdankertjes. Ik bleef in mijn superponcho op mijn blote armen en voeten na, warm en droog. Ik had zelfs de capuchon af gelaten, omdat die iedere keer toch maar over mijn ogen zakte. Tot ik in de gaten kreeg, dat als je hem achter de oren haakt... Eureka!

maandag 2 november 2009

Zomaar een dag

Ik heb al 2 dagen een vaste ontbijtplek. The blue Pumpkin. Het is een Europees aandoende bakkerij met eetgelegenheid en ze verkopen daar alles kakelvers. Croissants, kaneelbroodjes, rozijnenbroodjes, stokbrood wit en bruin, groot en klein en patisseriespul waar ik nog nooit van gehoord heb, maar dat er afgrijselijk lekker uitziet. Ze hebben ook een mangoshake (mango en crushed ice) die ik niet kan weerstaan. Vanmorgen zat ik daar te genieten van mijn croissant en rozijnenbroodje met mangoshake, toen mijn Amerikaanse buurman ineens uitviel tegen de serveerster. Hij wilde boter bij zijn brood met omelet en dat hoorde er geloof ik niet echt bij. Hij blafte op een heel denigrerende manier naar de serveerster dat ie wilde hebben waarvoor hij betaald had. Het kind droop af en kwam even later met een cupje boter en een glimlach terug. Ik geneerde me kapot. De huftert! Dat is het laatste wat je bij Cambodjanen moet doen. Die lossen alles op zonder stemverheffing. Dat is in hun ogen heel onbeleefd en gewoon "not done". Zelfde als toeristen die hier in hot pants lopen en met alleen een lapje stof over hun bikinitop. Die snappen echt niet dat ze hier in een boeddhistische cultuur te gast zijn! Ik kan daar slecht tegen. Maar dat ter zijde.
Wat later kwamen de monniken hun ochtend ronde doen. Dan gaan ze op blote voeten de hele stad door en blijven ze bij elk eettentje even staan om ze zien of ze wat te eten krijgen. Dat is voor de Cambodjanen iets wat je doet, net zoals wij geld in het collectemandje doen. De monniken hebben een grote pot bij zich die ze op hun buik dragen en degene die hen wat te eten doneert doet dat in die pot, gaat een stapje achteruit en zegt - geknield of niet - een kort gebed. De Cambodjanen doen zo hun goede daad en de monniken hebben zo wat te eten. Wat ze ophalen is alles wat ze krijgen. Er zit ook nog verschil in uit wat voor klooster ze komen. Van het ene klooster mogen ze 3 rondes per dag maken, van het andere maar 2. Ik zat daar dus aan mijn croissantje en 2 monniken bleven voor de Blue Pumpkin staan. Ik bedacht me geen moment en liep snel naar binnen en haalde 2 croissants. Die heb ik bij allebei in hun pot gedaan. Even afstand genomen en geknikt (ik ben geen schijnheilige).
Ik heb iets met boeddhistische monniken. Ze zien er mooi uit met hun gemillimeterde kapsel, hun serene gezicht, hun statige houding, hun intelligentie, en niet te vergeten hun oranje gewaden. Omdat ik, nu opoe er is, toch al wat emotioneler ben schoot ik bijna vol. Toen ik voor mijn ontbijt ging betalen heb ik de serveerster geprobeerd uit te leggen wat een "old fart" is. Dat is een scheet die te lang in je broek heeft gezeten en daardoor nog viezer stinkt. Ik zei tegen haar: Die Amerikaan is een old fart. Moest ze wel om lachen. Ze probeerde het na te zeggen, maar ik moetst haar wel vragen om dat iets zachter te doen ;-)

Ik heb vanmiddag een killersiësta gehouden. Ik was een paar uur helemaal van de wereld. Lekker gedroomd ook. Om 16:15 maar eens richting de rivier gelopen. Gisteren zat ik daar uiteindelijk een paar uur te vroeg voor een goede plek maar, silly me, dat was helemaal niet nodig! Ik ben verdorie dik een kop groter dan de langste Cambodjaan! Ik had vandaag nog een betere plek ook. Ik dacht, ik trek de stoute schoenen aan en ga richting het podium van de hoge omes. Ik kwam er naast te staan, iets verder van het water, maar ik kon alles redelijk volgen. Toen zag ik een paal horizontaal uit het podium steken, zo'n 40 cm boven de grond. Daar ben ik op geklommen en ik had ineens de beste plek van iedereen. Ik kon de boten van een heel eind aan zien komen en daarbij ving ik hoog boven iedereen uit nog meer wind ook.
Het was lachen met de commentator. Het ene moment kreunde hij in het tempo van de roeiers mee en het andere moment werd ie bijna hysterisch als ze nek aan nek op de finish af gingen. Ach ja... spass muss mann haben, nicht.

Ik ben uitgenodigd voor een feestje. Jamie is woensdag jarig en dan viert hij ook de 1e verjaardag van zijn bar. We krijgen woensdagavond een bbq en lekkere muziek en ballonnen en zo. Leuk hè!

De komende 3 dagen bivakkeer ik bij de tempels van Angkor Wat en omstreken. Angkor Wat gaat om 05:00 open en ik wil als eerste aan de poort staan voor de zonsopkomst die spectaculair moet zijn. Ook de zonsondergang moet historisch zijn, dus ik ga lange dagen maken. Ik houd jullie op de hoogte.